4.1 Oorlog in Europa

timer
1:00
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

timer
1:00

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions


Blz. 130
4.1 Oorlog in Europa

Slide 3 - Diapositive

Bespreken: Welke vlaggen herken je in de afbeelding? Wat zegt dit over de omvang van de oorlog?

NL - FR - TS - PL - SU - VK - VS - RC - NW - JO - BL - GR
Blz. 130

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereidde Duitsland zijn macht uit in Europa (1/4)
Hitler wilde over Europa heersen.
Waarvoor had het Duitse volk volgens hem extra grondgebied nodig?

  • Voor woonruimte en landbouw.

Met welke gebieden breidde Hitler Duitsland als eerste uit?
  • Oostenrijk (1938)
  • Tsjechoslowaakse Sudetenland


Blz. 131
Intocht van Hitler in Sudetenland (1938)

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereidde Duitsland zijn macht uit in Europa (2/4)
De Britse en Franse regeringsleiders overlegden met Hitler om een oorlog met Duitsland te voorkomen.

Hoe noem je zo’n overleg tussen staten?
  • diplomatie

Wat spraken de regeringsleiders af in dat overleg?
  • Duitsland mocht Sudetenland hebben.
  • Hitler zou geen andere gebieden bezetten.




Blz. 131
Intocht van Hitler in Sudetenland (1938)

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereidde Duitsland zijn macht uit in Europa (3/4)
Hitler hield zich niet aan de afspraken. 

Wanneer viel het Duitse leger Polen binnen?
  • Op 1 september 1939.
Daarna verklaarden Frankrijk en Groot-Brittannië de oorlog aan Duitsland. Zo begon:
  • de Tweede Wereldoorlog


Duitsland had veel tanks en vliegtuigen en rukte snel op. Hoe noem je zo’n snelle aanval?
  • Een Blitzkrieg




Blz. 131
Blitzkrieg tegen Polen (1939)

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereidde Duitsland zijn macht uit in Europa (4/4)
Na Polen veroverde en bezette Duitsland nog meer landen in West-Europa:
  • Nederland, België en Frankrijk

Wanneer capituleerde Nederland?
  • Op 15 mei na een bombardement op de stad Rotterdam.

Daarna begon Duitsland met de aanval op:
  • Groot-Brittannië (1940) en de Sovjet-Unie (1941)

Waardoor moest Hitler een tweefrontenoorlog voeren?
  • Het lukte hem niet Groot-Brittannië en de Sovjet-Unie te
      verslaan.





Blz. 131
Europa 1939-1942

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Blz. 131-132
Maak opdracht 2-3-4
timer
10:00

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

bezet
Blitzkrieg
capitulatie
diplomatie
invasie

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ging verliep en eindigde de oorlog?
Wanneer gingen de Verenigde Staten meedoen met de geallieerden?
  • vanaf 1941

De Duitsers veroverden een groot deel van de Sovjet-Unie. Wanneer begon het Sovjetleger de Duitsers terug te dringen naar het westen?
  • Vanaf 1943, toen wonnen de Russen de slag om Stalingrad.


Wat was D-Day, 6 juni 1944?
  • Een grote geallieerde aanval (invasie) door Britten, Amerikanen en Canadezen in het Franse kustgebied.





Blz. 132
De strijd in Europa tussen 1942 en 1945

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ging verliep en eindigde de oorlog?
Welke gebieden bevrijdden de westelijke geallieerden na D-Day?
  • De rest van Frankrijk, België, Zuid-Nederland.

Welk gebied veroverde het Russische leger?
  • Een deel van Duitsland.

De Amerikaanse en Russische soldaten kwamen elkaar in Duitsland tegen.
Wanneer capituleerde Duitsland?
  • 8 mei 1945






Blz. 132
Amerikaanse en Russische soldaten vieren de overwinning in Duitsland.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Duitsland gaf zich over op 8 mei 1944.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Duitsland veroverde een groot deel van Europa.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het Verenigd Koninkrijk werd door Duitsers bezet.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het Duitse leger won de slag om Stalingrad.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hitler wilde dat Duitsland meer macht had.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Oostenrijk en Sudetenland werden een deel van Duitsland.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Toen Duitsland Polen aanviel, verklaarden het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk de oorlog aan Duitsland.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vanaf 1943 deden de VS mee met de geallieerden.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Werktijd
  • Lees de leerstof op blz. 131-132
  • Maak opdracht 1 t/m 6
timer
1:00

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Blz. 134
4.1 Oorlog in Europa

Slide 24 - Diapositive

Foto (1933): Nazi's dwingen mensen te lopen met de teksten: 'Ik ben het grootste zwijn van de stad en heb alleen relaties met Joden!' en 'Ik neem als Jodenjongen alleen Duitse meisjes op mijn kamer'!
Hoe gebruikten de nazi's antisemitisme? (1/2)
In 1933 leefden in Duitsland 500.000 aanhangers van het jodendom. 
Wat beweerden racisten zoals Hitler over die Joodse Duitsers in de rassenleer?
  • Ze beweerden dat de gelovigen een ‘Joods ras’ waren dat
     het ‘Duitse ras’ bedreigde.


Sinds de middeleeuwen waren er veel vooroordelen over Joden. De nazi’s versterkten die vooroordelen.
Zo groeide de Jodenhaat. Een ander woord daarvoor is
  • antisemitisme






Blz. 134

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe gebruikten de nazi's antisemitisme? (2/2)
Toen Hitler aan de macht kwam, nam het antisemitisme toe. Joodse Duitsers werden gepest en bijvoorbeeld in het openbaar vernederd.

Welke burgerrechten verloren Joodse burgers bijvoorbeeld?
  • Ze mochten bijvoorbeeld niet meer in parken en
      zwembaden komen. Ze mochten niet met andere Duitsers
      trouwen en geen seks met hen hebben.
  • Door de veroveringen kregen de nazi’s steeds meer Joden
      in hun macht.

Duitse militairen schoten bij hun inval in Polen tienduizenden Joden dood.







Blz. 134

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vond de holocaust plaats?
Waarom bouwden de nazi’s concentratiekampen?
  • Ze wilden daar Joden bij elkaar brengen en vermoorden.

Nazi’s pakten bij razzia’s Joodse mensen op. In Nederland werden wekelijks honderden Joodse Nederlanders opgepakt. Wat gebeurde daarmee?
  • Zij werden opgesloten in doorgangskamp Westerbork in
      Drenthe.

Van daaruit deporteerden de nazi’s de gevangenen in goederenwagons naar de concentratiekampen.







Blz. 135

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vond de holocaust plaats?
Bij aankomst splitsten de nazi’s de mensen in:
  • sterke mannen en vrouwen die dwangarbeid moesten
      doen in werkkampen
  • ouderen, kinderen en zieken die meteen werden gedood in
      de gaskamers van vernietigings-kampen, zoals Auschwitz

De nazi’s vermoordden in totaal zes van de elf miljoen Europese Joden. Welke naam kreeg deze volkeren-moord?
  • Holocaust

Wie doodden de nazi’s nog meer?
  • Roma en Sinti, Jehovagetuigen, homo’s, mensen met een
      beperking







Blz. 135

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Werktijd
  • Nakijken
  • Oefentoets 4.1
  • Lees de leerstof op blz. 134-135
  • Maak opdracht 7 t/m 9
  • Maak herhaling + verdieping
timer
20:00

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Genocides
Genocides - nieuwsuur in de klas

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions