H4.2 Hoe ontstond de insdustrie?

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive



TERUGBLIK C4.1
Beroepssectoren
Beroepsbevolking
Primaire, secundaire en tertiaire sector
Automatisering
Commercieel
Grondstof - halffabrikaat - eindproduct


Slide 3 - Diapositive

De agrarische sector is een ander woord voor welke onderstaande sector?
A
beroepssector
B
dienstensector
C
industriesector
D
landbouwsector

Slide 4 - Quiz

De meeste mensen in Nederland zijn in welke sector werkzaam?
A
landbouwsector
B
industriesector
C
dienstensector
D
primaire sector

Slide 5 - Quiz

KIES DE JUISTE SECTOR
LANDBOUWSECTOR
INDUSTRIESECTOR

Slide 6 - Question de remorquage

Kijk goed naar de afbeelding.
Is de stelling juist of onjuist?
Deze verdeling van sectoren
hoort bij Nederland.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Wat is juist over automatisering?
A
Automatisering komt alleen voor in de dienstensector.
B
Automatisering komt alleen voor in de industriesector.
C
Automatisering komt alleen voor in de landbouwsector.
D
Automatisering komt voor in alle sectoren.

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
Het thuis maken van goederen bestemd voor de verkoop door ambachtslieden of boeren.

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Door welke uitvinding rond 1750 werden mensen minder afhankelijk van de natuur?

Slide 19 - Question ouverte

Welke energiebron geeft de energie waardoor een stoommachine gaat werken?
A
Steenkool
B
Spierkracht van mensen
C
Wind
D
Zon

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Zet in de juiste volgorde. Begin met wat eerst gebeurde
1
2
3
4
De werkgevers maakten veel winst.
Het geld werd geïnvesteerd in nieuwe fabrieken & spoorlijnen.
De industrie groeide daardoor snel.
De concurrentie voor de huisnijverheid was te groot.


Slide 24 - Question de remorquage

Hoe noem je de strijd om zo veel mogelijk producten te verkopen en klanten te winnen?
A
industrie
B
automatisering
C
concurrentie
D
revolutie

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive