MH1 week 14

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

MH1 week 14

1HV1 Première leçon

Les objectifs :

* Je kunt regelmatige werkwoorden vervoegen.

* Je kent de woorden van appr. 1,2,4.

* Je kent de tientallen t/m 60 in het Frans.

* Je kunt de ontkenning in het Frans herkennen in een tekst 

Le programme :
Apprendre: HH appr. 4 page 101

Faire: (=doen/ maken) Grammaire II (page 89)

- ex. 16b, 16c, 16d-A

HV stof:-ex. 16b, 16e, Doorstroommodule ex. 1, 2

Bonjour! Bienvenue à la semaine treize!

Qu'est-ce qu'on va faire?

• Répéter la semaine dernière
  
• Remettre (=Inleveren) Apprendre 4 !!!
• Corriger ex. 15AB
• D-toets online maken 
• Au travail lesson up inloggen
• Reflectie invullen lesson up week 14
• Finir le planner / einde van de les Blooket et MH1B??

Répéter la semaine dernière

Wat hebben we vorige week ook alweer geleerd?

Magister geeft de beurt!

• Hoe vervoeg je een regelmatig wekwoord op -er? Welke stappen neem je? Denk aan het ezelsbruggetje
• Hoe maak je de volgende zin ontkennend? Je suis fort. 
• Wat is 34 en 59 in het Frans?

Remettre = inleveren

Apprendre 4 inleveren

Controler les devoirs  

= maakwerk controleren

Afgelopen week hebben jullie ex 15AB en de d-toets deel 1 gemaakt. Deze ga je met een andere kleur pen nakijken aan de hand van de antwoorden die je kunt vinden in :

Magister/ Elo/ Bronnen / Gedeelde documenten / Antwoorden U3 ex. 15AB

 online 3.8 diagnostische toets deel 1

• Prend ton ordinateur (pak je laptop)
• Ferme ton livre (sluit je boek)
• Ga naar Magister/Leermiddelen/online boek FA
• Unité 3 /3.8 Diagnostische toets deel 1
• Test vocabulaire + test grammaire
• Minder dan 60% goed? Kijk naar de feedback en doe dit.
• Meer dan 60% goed? Ga verder met lesson up.

La négation

niet / geen =

1. ne...pas
2. ne...rien
3. ne...jamais
4. ne...plus

Zet de volgende zin in de ontkenning :
Je suis triste

1. Je ne suis pas triste
2. Je ne pas suis triste
3. Je suis ne pas triste

Zet de volgende zin in de ontkenning :
C'est correct

1. Ce n'est pas correct
2. Ce ne est pas correct
3. C'est ne pas correct

Quelle est la négation de la phrase :
Laure habite à Paris

1. Laure ne habite pas à Paris
2. Laure n'habite pas à Paris
3. Laure habite ne pas à Paris

Utilise la négation!
Le cochon chante avec sa guitare?

1. Non, le cochon ne chante pas avec sa guitare
2. Non, le cochon ne parle pas la guitare
3. Non, il ne joue de la guitare
4. Non, le cochon ne parle pas avec sa guitare.

negations

Il a un chien.

nous avons un chien

Vous avez raison

Ils ont raison

tu as raison

je donne

nous n'avons pas un chien.

Ils n'ont pas raison

je ne donne pas

Vous n'avez pas raison

tu n'as pas raison

Il n'a pas un chien

Zet de zin in de juiste volgorde

aime

pas

elle

l'

n'

école

Geef antwoord op de volgende vragen:
1.Heb je het doel behaald? Zie eerste slide.
2.Wat ging er goed in de les?
3.Wat kan er de volgende les beter?

Au revoir ! 

À bientôt! 

Salut! 

Au revoir! 

À demain! 

À plus tard!

JE MAG NU AAN DE PLANNER WERKEN