Oefentoets

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Oefentoets

Wie waren eigenaar van de common fields?

1. De adel
2. Grootgrondbezitters
3. De regering
4. De dorpelingen

Wie bedacht de Enclosure acts?

1. De dorpelingen
2. Adel
3. Parlement
4. Arme boeren

Welk nieuw gewas gaan de Europeanen in de 18de eeuw gebruiken als voedsel?

1. Rijst
2. Aardappel
3. Kip
4. Banaan

Wat gaan de grootgrondbezitters kopen om hun land beter en sneller te bewerken?

1. Arme boeren
2. Kunstmest
3. Machines
4. Een dikke John Deere

Wat zien we op de afbeelding?

1. Open of common fields
2. Enclosure

Wat zie je op het plaatje?

1. de schietspoel
2. de spinning jenny
3. een weefgetouw
4. Geen van de genoemde antwoorden is juist

Zet in de juiste chronologische volgorde

1

2

3

4

Enclosure

Spinning Jenny wordt uitgevonden

Eerste fabrieken worden gebouwd bij het water

Boeren gaan nog meer aan huisnijverheid doen

Welk begrip hoort er bij?
Mensen verhuizen van het platteland naar de stad?

1. Urbanisatie
2. Suburbanisatie
3. Infrastructuur
4. Mechanisatie

Waarom woonden de arbeiders zo dicht bij hun fabriek?

1. Ze vonden hun werk geweldig
2. Ze moesten lopend naar hun werk
3. Alleen daar waren beschikbare woningen
4. Ze hadden ook nachtdienst

Wat richten de arbeiders op om sterker te staan tegenover hun werkgevers?

1. Sportclubs
2. Vakbond
3. Bridgeclub
4. Schietclub

Wat hoort niet bij de arbeidsomstandigheden in de fabriek tijdens de industriële revolutie?

1. Hoge lonen
2. Onveilige machines
3. Ongezonde lucht
4. Lange dagen

Welk antwoord past het beste bij het plaatje?

1. Industrialisatie
2. Mechanisatie
3. Enclosure
4. Luxeartikel

Wat moet Nederland volgens Willem I verbeteren, voordat het een modern land kan worden?

1. Landbouw
2. Defensie
3. Infrastructuur
4. Onderwijs

Waarom koos Willem I juist voor Twente als textielindustrie-gebied?

1. Daar was hoge werkloosheid
2. Ligt dichtbij Duitsland, makkelijker voor de handel
3. In Twente had men al wat verstand van textiel
4. Daar zaten rijke ondernemers

In welk jaar kregen alle mannen kiesrecht?

1. 1917
2. 1918
3. 1919
4. 1920

Hoe noemen we de problemen van de arbeiders eind 19de eeuw?

1. Liberale kwestie
2. Corona
3. Sociale kwestie
4. Asociale kwestie

Wie bedacht het kinderwetje van 1874?

1. Johan Rudolf Thorbecke
2. Mark Rutte
3. Koning Willem III
4. Samuel van Houten

Welke politieke partij hoort er bij de socialisten?

1. VVD
2. SDAP
3. ARP
4. D66

Hoe noemen we de periode na WOII in Nederland?

1. de Verlichting
2. Wederopbouw
3. Multiculturele samenleving
4. Industrialisatie

Zet in de juiste chronologische volgorde

1

2

3

4

Begin industrialisatie Nederland

Periode van wederopbouw

Sociale Kwestie

Tweede Wereldoorlog

Hoe noemen we de inzet van Nederlanders in Duitsland tijdens WOII?

1. Verraad
2. Verzet
3. Arbeidsangriff
4. Arbeidseinsatz

Wat past het beste bij het plaatje?

1. Fietsles
2. Oliecrisis
3. Wederopbouw
4. Industrialisatie

Vanaf wanneer gaat het echt veel beter met de Nederlandse economie na WOII?

1. Jaren '50
2. Jaren '60
3. Jaren '70
4. Jaren '80

Veel Turkse en Marokkanen kwamen in de jaren '60 binnen als?

1. Vluchteling
2. Seizoensmigrant
3. Gastarbeider
4. Migrant uit de kolonien

Welk begrip hoort bij het plaatje?

1. Wederopbouw
2. Economische crisis
3. Luxe-artikel
4. Oliecrisis

En nu?

Maak bij het leren gebruik van je tekstboek en de lessen in Lesson-Up.