mavo 1 les 11 meervoud zelfstandige naamwoorden

Binnen is beginnen.


Log in met de code van LessonUp.
Pak jouw leesboek en begin met stillezen.
stopwatch
00:00
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Binnen is beginnen.


Log in met de code van LessonUp.
Pak jouw leesboek en begin met stillezen.
stopwatch
00:00

Slide 1 - Diapositive

Herhalingsweek 

Slide 2 - Diapositive

Noem een zelfstandig
naamwoord

Slide 3 - Carte mentale

herhalingsweek

Slide 4 - Diapositive

Hoofdregel
Je schrijft het meervoud van de  meeste zelfstandig naamwoorden    met - en.


Slide 5 - Diapositive

Schrijf het meervoud op van

vloer

Slide 6 - Question ouverte

schrijf het meervoud op van
peen

Slide 7 - Question ouverte

schrijf het meervoud op
danseres

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

schrijf het meervoud op van
nieuwsbrief

Slide 10 - Question ouverte

schrijf het meervoud op van
laars

Slide 11 - Question ouverte

Weet jij hoe gps werkt?
Ja
Nee
een beetje

Slide 12 - Sondage

Slide 13 - Vidéo

NS
ANWB

Slide 14 - Diapositive

Wat is het meervoud van
bewaarbox

Slide 15 - Question ouverte

Wat is het meervoud van
BMX
A
smss
B
BMX's
C
BMXen
D
BMX'en

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

roep het hondje met de naam......
havik
slimmerik
gemenerik
strik

  • haviken
  • slimmeriken
  • gemeneriken
  • strikken

Slide 18 - Diapositive

schrijf het meervoud op van
braverik

Slide 19 - Question ouverte

Schrijf het meervoud van
viezerik

Slide 20 - Question ouverte

Mijn vader gaat de auto opkri____en.

Slide 21 - Question ouverte

Leeuweri____en zijn zangvogels die heel hoog in de lucht vliegen.

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive

Noem iets wat je voor de les begon nog niet goed wist , maar nu wel.
Leg uit...

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Als een woord op  a- i- o- u- y- eindigt dan schrijf je een 's


behalve de ee die doet niet mee.
Die geeft geen uitspraakverwarring!

Slide 27 - Diapositive

wat is het meervoud van
accu
A
accuus
B
accu's
C
acuuen
D
acuu'n

Slide 28 - Quiz

wat is het meervoud van
comité
A
comités
B
comiteeën
C
comitën
D
comitées

Slide 29 - Quiz

Wat is het meervoud van
picknick
A
picknicken
B
picknicks
C
picknick'n
D
heeft geen meervoud

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Diapositive

Wat is het meervoud van
een allergie
A
allergien
B
allergieën
C
allergies
D
allergieë'n

Slide 32 - Quiz