Rekenen 27-10-2020 Tijd omrekenen

• Wiskunde
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Rekenen 

Groep 1:

Krisje, Gabriella, Dirk, Nikkie, Nanna, Kris, Celina en Pip

Jullie gaan naar Startrekenen Online --> 1F Blauwe leerwerkboek --> Domein 3 Meten en Meetkunde --> Lengte & Oppervlakte, Inhoud & gewicht, Tijd & Temperatuur maken.

Klaar? --> Ga naar  team PXB-Leerjaar 4 Ne-Re-Eng hier staan onder opdrachten (bovenin in de werkbalk vind je het kopje opdrachten) werkbladeren voor jullie klaar.  Dit zijn 3 werkbladeren in totaal. 

Is dit duidelijk? Als je vragen hebt kun je deze via de chat online stellen en Meester Martijn of ik zal je helpen. 

Rekenen 

Groep 2:

Samier, Mohammad, Wasim --> 

Jullie hebben een boekje van juf Marjolein gekregen waarin jullie verder kunnen werken. 

Is dit duidelijk? Als je vragen hebt kun je deze via de chat online stellen en Meester Martijn of ik zal je helpen. 

Rekenen 

Groep 3:

Raf, Meron, Tim, Jassica, Tamas, Sebastian --> jullie blijven in deze les en krijgen uitleg en daarna de opdrachten te horen. 

Hoe werk ik vandaag?

• Gezamenlijke opstart van de les.
• Daarna is er ruimte voor uitleg of zelfstandige verwerking ---> Apart voor groep 1 en groep 2.
• Groep 1: Sangay, Heymi, Dijar
• Groep 2: De rest van de klas 
• Gezamenlijk afsluiting van de les.

Programma

Terugblik

Oriëntatie

Uitleg

Verlengde instructie

Oefenen

Afsluiting

Terugblik: Gewicht

1 kg = ?  gram

1 gram = ? milligram

1 pond = ?  gram

1 ons = ? gram

ONTHOUDEN:

=     1 ___?___

=    1 ___?___

=    1 ___?___

Lijnen en figuren

Rekenen Deviant.

1F deel B

Hoofdstuk 12

Startrekenen 1F

H15 Tijd en temperatuur

Tijd 

Lesdoel

Aan het einde van de les weet ik:

• de eenheden voor tijd (uur, minuut en seconde)
  
• hoe ik de tijd kan lezen op een analoge klok.
  
• hoe ik de tijd kan lezen op een digitale klok.
  
• hoe een 24-uurs klok werkt.
  
• wat de begrippen: eeuw, jaar, schrikkeljaar, maand en week betekenen.
  

:

Oefenen in tweetallen

* Je oefent met de analoge- en de digitale tijd.

* Je tekent een klok (uit je hoofd).

* Je beoordeelt de klok van een klasgenoot.

15.2 Tijd Omrekenen blz. 103

Afspraken:

- Je zit op een rustige plek waar je niet gestoord kan worden.

- Alle microfoons zijn gedempt.

- Heb je een vraag dan geef je dit aan door je handje in je scherm aan te klikken. 

- Tijdens het verwerken van de stof kun je vragen stellen.

- We gaan het ook nog nakijken wat je hebt gemaakt, online.

15.2 Tijd Omrekenen blz. 103

24 uur zit er in 1 dag

1 uur is gelijk aan 60 minuten

Je kunt uren naar minuten uitrekenen --> X60

Je kunt minuten naar uren uitrekenen --> :60

Een stoofpotje moet je 4 uur rustig laten sudderen. Hoeveel minuten is dat?

Een netflix serie duurt 180 minuten. Hoeveel uur is dat?

15.2 Tijd Omrekenen blz. 103

12 maanden zitten er in 1 jaar.

1 jaar heeft dus 12 maanden

Je kunt jaren naar maanden uitrekenen --> X12

Je kunt maanden naar jaren uitrekenen --> :12

Tim heeft een abonnement afgesloten voor 3 jaar. Hoeveel maanden zijn dat?

Sabine wordt over 60 maanden 20 jaar oud. Over hoeveel jaar is dat?

15.2 Tijd Omrekenen blz. 103

7 dagen is 1 week

Als je van weken naar dagen uitrekent --> X 7

Als je van dagen naar weken uitrekent --> :7

Tobias begint over 4 weken met zijn nieuwe opleiding. Over hoeveel dagen is dat?

Joris heeft al 49 dagen zijn rijbewijs. Hoeveel weken zijn dat?

15.2 Tijd Omrekenen blz. 103

1 dag heeft 24 uur

Als je van uren naar dagen omrekent --> X24

Als je van dagen naar uren omrekent --> :24

Abel is al 3 dagen bezig om een puzzel te maken. Hoeveel uur is dat?

Martin heeft afgelopen week 48 uur gewerkt. Hoeveel dagen zijn dat?

15.2 Tijd Omrekenen blz. 103

Wat gaan we doen:

Je gaat naar Teams en dan kies je het TEAM  PXB-Leerjaar 4 Ne-Re-Eng

Je gaat dan bovenin naar bestanden; opent lesmateriaal en opent het boek Startrekenen 1F deel B

Je scrollt naar bladzijde 103, gaat maken opdracht 12 t/m 21.

Je blijft online en je kunt ondertussen vragen stellen.

15.2 Tijd Omrekenen blz. 103

Klaar:

Studiemeter 1F, domein 3, hoofdstuk tijd en temperatuur maken.

De opdrachten uit het boek schrijf je op in je rekenschrift of op blaadje en neem je woensdag ook mee naar school

We gaan de opdrachten ook nabespreken; rond 9.50 uur