Herhaling spelling h1 t/m 5 (les 2) - 1 kgt

Herhaling spelling h1 t/m 5  (les 2)

1 kgt
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Herhaling spelling h1 t/m 5  (les 2)

1 kgt

Slide 1 - Diapositive

Toets spelling 1.8, 2.8, 3.8, 4.8 en 5.8

1KGa: donderdag 15 april

1KGb: dinsdag 13 april


Slide 2 - Diapositive

Lesplanning
- Herhaling theorie spelling + oefeningen
- nakijken opdrachten spelling les 5 en 6
- Maak de opdrachten van spelling 

Lesdoel:
- Je kunt een voltooid deelwoord herkennen en schrijven.
- Je weet hoe je een bijvoeglijk naamwoord spelt.
- Je weet hoe je het meervoud van zelfstandige naamwoorden die eindigen op –ee of –ie schrijft.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

In een zin met een voltooid deelwoord staat minstens één ander werkwoord.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Een voltooid deelwoord begint ALTIJD met ge-.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Een voltooid deelwoord eindigt ALTIJD op -d of -t.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Schrijf het juiste voltooid deelwoord op.

Ik heb de hele dag aan jou ... (denken).

Slide 10 - Question ouverte

Schrijf het juiste voltooid deelwoord op.

Hij heeft deze schuur ... (bouwen).

Slide 11 - Question ouverte

Schrijf het juiste voltooid deelwoord op.

Hij is naar huis ... (sturen).

Slide 12 - Question ouverte

Schrijf het juiste voltooid deelwoord op.

De politie heeft een waarschuwing ... (geven).

Slide 13 - Question ouverte

Schrijf het juiste voltooid deelwoord op.

De auto heeft het paaltje ... (raken).

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Schrijf de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord op.

De ... (slim) jongen

Slide 17 - Question ouverte

Schrijf de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord op.

Het ... (leeg) huis

Slide 18 - Question ouverte

Schrijf de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord op.

De rekening is betaald. --> De ... (betalen) rekening.

Slide 19 - Question ouverte

Schrijf de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord op.

Het bedrag is vergroot. --> Het ... (vergroten) bedrag.

Slide 20 - Question ouverte

Schrijf de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord op.

De les is gegeven. --> De... (geven) les.

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Wat is het meervoud van slee?
A
sleeën
B
sleën

Slide 24 - Quiz

Wat is het meervoud van kopie?
A
kopiën
B
kopieën

Slide 25 - Quiz

Wat is het meervoud van bacterie?
A
bacteriën
B
bacterieën

Slide 26 - Quiz

Wat is het meervoud van therapie?
A
therapiën
B
therapieën

Slide 27 - Quiz

Wat is het meervoud van orchidee?
A
orchideeën
B
orchideën

Slide 28 - Quiz

Lesplanning
- Nakijken opdrachten spelling les 5 en 6.
- Maak de opdrachten van spelling les 7 en les 8 en leer de bijbehorende theorie.
1KGb = huiswerk maandag 12 april

Lesdoel:
- Je kunt een voltooid deelwoord herkennen en schrijven.
- Je weet hoe je een bijvoeglijk naamwoord spelt.
- Je weet hoe je het meervoud van zelfstandige naamwoorden die eindigen op –ee of –ie schrijft.

Slide 29 - Diapositive