3.1: familie in het buitenland

3.1: familie in het buitenland

Aan het einde van de les begrijp je een gesprek over familie in het buitenland. 

Woont jouw familie in Nederland? Wie wel en wie niet?

Bel je weleens via internet? Met wie bel je via internet?

Luisteren. 

https://leren.kleurrijker.nl/mod/quiz/attempt.php?attempt=105975255&cmid=15757 

moeilijke woorden?

niemand

• geen persoon 
• tegenstelling:
  niemand < -- > iemand
• zin: Er is niemand in de klas.
• zin: Niemand weet het antwoord.

23

binnenkort

• snel;
• binnen korte tijd.
• Zin: Ik ga morgen naar Amsterdam. Dat is al binnenkort!

missen

• niet hebben
• niet raken
• niet halen
• zin: Ik mis mijn vrienden.
• zin: Ik mis de bal.
• zin: Ik mis de bus.

zorgen

het contact

• samen met iemand praten of iets doen
• het contact - de contacten
• zin: Zij heeft veel contact met haar familie. 

11

de taal

• taal kun je lezen, luisteren, spreken en schrijven
• de taal - de talen
• zin: Op school leer ik de  Nederlandse taal.
• zin: Welke taal spreken de gele Minions?

53

de basisschool (znw)

• school voor kinderen van 4 tot en met 12 jaar

• juf en meester
• de basisscholen

• zin: Mijn zoon is zes jaar. Hij gaat naar de basisschool. 

5

Buitenlands

Uit een ander land.

Niet uit Nederland.

Ik hou van buitenlands eten.

e-mail

proberen

• iets doen, maar je weet niet of het goed of fout zal gaan
• werkwoord
• ik probeer - wij proberen
• zin: Heb je nog nooit gefietst? Kom, dan mag je het op mijn fiets proberen! 

40

dom

slim

wennen

• iets gewoon gaan vinden;
• als je ergens nieuw bent, moet je allemaal nieuwe dingen leren;
• Ik wen, hij went, wij wennen;
• Zin: Toen ik vanuit mijn vaderland naar Nederland kwam, moest ik heel erg wennen aan alle nieuwe dingen die ik zag.

vorig

wat eerder gebeurde of kwam

vorig - vorige

ZINNEN:

Vorig jaar heb ik een album gemaakt.

Mijn vorige vriend was erg knap.

Luisteren, nog een keer

https://leren.kleurrijker.nl/mod/quiz/attempt.php?attempt=105975255&cmid=15757 

Waar praten Ruben en Talin over?

Over hun ouders

over bellen via internet

over het werk van Talin

over Nederlandse taal 

Luisteren, nog een keer

https://leren.kleurrijker.nl/mod/quiz/attempt.php?attempt=105975255&cmid=15757 

Wie zorgt op vrijdag voor de kinderen van Ruben?

1. Ruben
2. de vrouw van Ruben
3. de ouders van Ruben

Waarom woont de zus van Ruben nu in England?

1. ze studeert daar.
2. ze werkt daar.
3. ze leert de taal.

Ik heb gisteren de trein

1. gemist
2. gemisd

studeren

1. Hij heeft gestudeert
2. Hij is gestudeerd
3. Hij heb gestudeerd
4. Hij heeft gestudeerd

wat heb je geleerd?