4.3 Verspreiding van het christendom

Hoofdstuk 4 Boeren, heren en monniken


4.3 De verspreiding van het Christendom
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 4 Boeren, heren en monniken


4.3 De verspreiding van het Christendom

Slide 1 - Diapositive

Natuurgodsdienst
De Friezen en huidige Duitsers geloofden in natuurgoden, zoals Donar (god van donder en weer) en Freya (vruchtbaarheid)

Heilig:
Bomen
Stenen
Waterstromen

Christenen noemden deze mensen heidenen.

Slide 2 - Diapositive

Verspreiding christendom
De Franken zorgde er voor dat het Christelijke geloof zich verspreidde. Dit deden ze door heidenen aan te vallen en te bekeren.

Missionarissen moesten mensen tot het christelijke geloof bekeren.

--> Kerken en kloosters stichten.

Slide 3 - Diapositive

Missionarissen
De Germanen verzetten zich met geweld tegen de missionarissen.


Missionarissen probeerden daarom eerst de Germaanse vorsten te bekeren en daarna hun onderdanen.

In 1000 was bijna heel Europa christelijk.


Slide 4 - Diapositive

Vermenging van culturen
Germaanse tradities + christendom
 = Kerstmis (geboorte Jezus + midwinter)
 = Pasen (opstanding Jezus + lentefeest)

Slide 5 - Diapositive

Wie bedoelen we met heidenen?
A
Mensen die geloven in het christendom.
B
Monniken
C
Mensen die niet in het christendom geloofden.
D
Horigen die moeten luisteren naar de heer.

Slide 6 - Quiz

Noem 2 manieren waarop missionarissen heidenen tot het christendom probeerden te bekeren.

Slide 7 - Question ouverte

Welke manier werkt het best denk je?
Waarom?

Slide 8 - Carte mentale

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Aan de slag
Lees eerst de tekst van paragraaf 4.3.

Maak daarna opdracht 1 t/m 6 in MEMO.

Slide 12 - Diapositive

De drie standen

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Je mogelijkheden in het leven hingen in de Middeleeuwen af van
A
de stand waarin je geboren werd
B
De talenten die je had
C
de studies die je had gedaan
D
de daden die je had verricht

Slide 15 - Quiz

Wat zijn geestelijken?

Slide 16 - Question ouverte

Welke drie standen waren er?
A
Geestelijken, adel, soldaten
B
Soldaten, adel, boeren
C
Geestelijken, adel, boeren

Slide 17 - Quiz

Huiswerk
Opdracht 7 t/m 13 van MEMO maken.

Slide 18 - Diapositive