Disk thema vriendschap (gedifferentieerd)

Maandag 8 mei
Goedemorgen SVL!

Vandaag staat het onderwerp vriendschap op het programma


1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Maandag 8 mei
Goedemorgen SVL!

Vandaag staat het onderwerp vriendschap op het programma


Slide 1 - Diapositive

Wat betekent:
de basisschool
A
school voor kinderen van 0 tot 12 jaar
B
school voor kinderen van 2 tot 12 jaar
C
school voor kinderen van 4 tot 12 jaar
D
school voor kinderen van 6 tot 12 jaar

Slide 2 - Quiz

Wat betekent:
bezig
A
als je niets aan het doen bent
B
als je iets aan het doen bent

Slide 3 - Quiz

Wat betekent:
het bezoek
A
als je iets of iemand zoekt
B
als je mensen bezoekt
C
als je andere mensen of plaatsen bezoekt
D
als je een stad bezoekt

Slide 4 - Quiz

Wat betekent:
blij
A
goed
B
vrolijk
C
verdrietig
D
snel

Slide 5 - Quiz

Maak een zin met:
de basisschool

Slide 6 - Question ouverte

Maak een zin met:
bezig

Slide 7 - Question ouverte

Maak een zin met:
het bezoek

Slide 8 - Question ouverte

Maak een zin met:
blij

Slide 9 - Question ouverte

Wat betekent:
beoordelen
A
iets in stukken delen
B
zeggen wat je iets van iemand vindt
C
iets delen met vrienden
D
slecht denken over iemand

Slide 10 - Quiz

Welke zin is goed?
(bepaald)
A
Soms wil ik bepaald werken
B
Bepaald lopen is moeilijk
C
Ik zoek een bepaalde broek. Ik zoek een broek met gele strepen

Slide 11 - Quiz

Wat betekent:
bezoeken
A
iets zoeken
B
vrienden hebben
C
op bezoek gaan
D
iets graag willen

Slide 12 - Quiz

Wat betekent:
breken
A
een soort dansen
B
repareren
C
iets merken
D
stuk gaan

Slide 13 - Quiz

Maak een zin met:
blij

Slide 14 - Question ouverte

Maak een zin met:
beoordelen

Slide 15 - Question ouverte

Maak een zin met:
bepaald

Slide 16 - Question ouverte

Maak een zin met:
bezoeken

Slide 17 - Question ouverte

Wat betekent:
het argument
A
met een goed argument kun je veel vertellen
B
met een goed argument kun je iemand overtuigen

Slide 18 - Quiz

Wat betekent:
bevriend
A
vrienden maken
B
vrienden zijn met iemand
C
vrienden hebben
D
vrienden willen

Slide 19 - Quiz

Wat betekent:
de bezigheid
A
iets wat je leuk vindt
B
iets wat jou interesseert
C
iets wat je hoopt
D
iets waar je mee bezig bent

Slide 20 - Quiz

Welke zin is goed:
(bloeden)
A
Auw, mijn vinger bloed.
B
Auw, mijn vinger bloedt.
C
Auw, mijn vinger bloede
D
Auw, mijn vinger bloet

Slide 21 - Quiz

Maak een zin met:
het argument

Slide 22 - Question ouverte

Maak een zin met:
bevriend zijn met

Slide 23 - Question ouverte

Maak een zin met:
de bezigheid

Slide 24 - Question ouverte

Maak een zin met:
bloeden

Slide 25 - Question ouverte

Luisteroefening
Op de volgende bladzijde luister je naar de tekst.
Op sommige plekken staat er geen woord. 
Vul op de bladzijde daarna het woord in dat je hoort.

Slide 26 - Diapositive

Gatentekst
BaS-SaaaB!! Mijn naam is Bas. En dit is mijn (1) .... Sab. Nog een paar weken en dan gaat een aantal van jullie naar de brugklas. Vet (2) ! Nieuwe school, nieuwe klas en een heleboel nieuwe vakken! Wij gaan je alles vertellen over de middelbare school, zodat je goed voorbereid bent. Omdat brugpieper zijn best lastig is! Als je voor het eerst in een klas komt waar je niemand kent, dan is het altijd eng om onbekenden aan te spreken. Straks zeg je wat (3) en verpest je het voor de rest van het jaar! Dat zou mij echt niet gebeuren hoor!
En euh wie zijn jullie? Hallo allemaal, dit is klas 1p uit Culemborg. Oké. Hoe heb jij nieuwe vrienden gemaakt? Toen ging ik heel snel bij andere mensen staan en met hen (4). En dat werd toen heel gezellig. Dus ja, eigenlijk ontmoet je al heel snel nieuwe kinderen.
Ik ben heel (5) dus ik dacht eerst, wat een klas is dit. Dus ik vond het helemaal niet leuk. En ik hoopte wel dat ik vrienden zou maken, maar dat lukte nog niet echt. Nu wel dan? Ja, nu heb ik best wel veel vrienden.
Heb je nog (6) ? Toen ging ik op een stoel zitten en dat was in hetzelfde (7). En tsja toen gingen we een beetje praten en toen waren we vrienden. Zo makkelijk? Ja.

Slide 27 - Diapositive

Schrijf hier de antwoorden:
schrijf:
1 =
2=
3..

Slide 28 - Question ouverte

Luisteroefening

Op de volgende bladzijde luister je naar de tekst.
Op sommige plekken staat er geen woord. 

Maak de vragen op de bladzijde daarna.
Luister goed naar de tekst. De mensen praten snel. Soms moet je een paar keer luisteren!

Slide 29 - Diapositive

BaS-SaaaB!! Mijn (1) is Bas. En dit is mijn tweelingbroer.... Sab. 
Nog een paar weken en dan gaat een aantal van jullie naar de brugklas. Vet spannend!
Nieuwe (2), nieuwe klas en een heleboel nieuwe vakken! 
Wij gaan je alles vertellen over de middelbare school, zodat je goed voorbereid bent. Omdat brugpieper zijn best lastig is! Als je voor het eerst in een klas komt waar je niemand kent, dan is het altijd eng om onbekenden aan te spreken. Straks zeg je wat stoms en verpest je het voor de rest van het (3) ! Dat zou mij echt niet gebeuren hoor!

En euh wie zijn jullie? Hallo allemaal, dit is klas 1p uit Culemborg. Oké. Hoe heb jij nieuwe vrienden gemaakt? Toen ging ik heel snel bij andere mensen staan en met hen kletsen. En dat werd toen heel (4). Dus ja, eigenlijk ontmoet je al heel snel nieuwe kinderen.
Ik ben heel verlegen dus ik dacht eerst, wat een klas is dit. Dus ik vond het helemaal niet leuk. En ik hoopte wel dat ik vrienden zou maken, maar dat lukte nog niet echt. Nu wel dan? Ja, nu heb ik best wel veel vrienden.
Heb je nog tips? Toen ging ik op een stoel zitten en dat was in hetzelfde lokaal. En tsja toen gingen we een beetje praten en toen waren we vrienden. Zo (5) ? Ja.

Slide 30 - Diapositive

Welk woord hoor je?
nummer 1
A
maan
B
naam

Slide 31 - Quiz

Welk woord hoor je?
nummer 2
A
school
B
klas
C
nieuw

Slide 32 - Quiz

Welk woord hoor je?
nummer 3
A
haar
B
gaar
C
jaar
D
klaar

Slide 33 - Quiz

Welk woord hoor je?
nummer 4
A
gelig
B
goed
C
gaaf
D
gezellig

Slide 34 - Quiz

Welk woord hoor je?
nummer 5

A
gemakkelijk
B
moeilijk
C
makkelijk
D
vermakelijk

Slide 35 - Quiz

Gatentekst
BaS-SaaaB!! Mijn (1) is Bas. En dit is mijn tweelingbroer.... Sab.
Nog een paar weken en dan gaat een aantal van jullie naar de brugklas. Vet spannend!
Nieuwe (2), nieuwe klas en een heleboel nieuwe vakken!
Wij gaan je alles vertellen over de middelbare school, zodat je goed voorbereid bent. Omdat brugpieper zijn best lastig is! Als je voor het eerst in een klas komt waar je niemand kent, dan is het altijd eng om onbekenden aan te spreken. Straks zeg je wat stoms en verpest je het voor de rest van het (3) ! Dat zou mij echt niet gebeuren hoor!

En euh wie zijn jullie? Hallo allemaal, dit is klas 1p uit Culemborg. Oké. Hoe heb jij nieuwe vrienden gemaakt? Toen ging ik heel snel bij andere mensen staan en met hen kletsen. En dat werd toen heel (4). Dus ja, eigenlijk ontmoet je al heel snel nieuwe kinderen.
Ik ben heel verlegen dus ik dacht eerst, wat een klas is dit. Dus ik vond het helemaal niet leuk. En ik hoopte wel dat ik vrienden zou maken, maar dat lukte nog niet echt. Nu wel dan? Ja, nu heb ik best wel veel vrienden.
Heb je nog tips? Toen ging ik op een stoel zitten en dat was in hetzelfde lokaal. En tsja toen gingen we een beetje praten en toen waren we vrienden. Zo (5) ? Ja.

Slide 36 - Diapositive

Welk woord hoor je bij nummer 1?
Het woord begint met de letter 'n'

Slide 37 - Question ouverte

Welk woord hoor je bij nummer 2?
Het woord begint met de letter 's'

Slide 38 - Question ouverte

Welk woord hoor je bij nummer 3?
Het woord begint met de letter 'j'

Slide 39 - Question ouverte

Welk woord hoor je bij nummer 4?
Het woord begint met de letter 'g'

Slide 40 - Question ouverte

Welk woord hoor je bij nummer 5?
Het woord begint met de letter 'm'

Slide 41 - Question ouverte

Slide 42 - Lien

De oplossing van de woordzoeker is...

Slide 43 - Question ouverte

Noem minstens twee dingen die je hebt geleerd in deze les.
timer
2:30

Slide 44 - Question ouverte

Noem een verbeterpunt voor deze les.
timer
2:00

Slide 45 - Question ouverte