Talent 3,8 Voltooid deelwoord van ww

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 2,3

Welkom

Spelling - hoofdstuk 3.8

Voltooid deelwoord

Voltooid deelwoord (+ Hoofdletter gebruik)

• het voltooid deelwoord van werkwoorden die beginnen met ge-, be-, ver-, her- en ont-;

• hoe je een voltooid deelwoord maakt van splitsbare

   werkwoorden;

• wanneer je hoofdletters gebruikt;
• tien dicteewoorden.

voltooid deelwoord 

Hoe maak je een voltooid deelwoord van een sterk werkwoord?

BIjna altijd -en erachter.

Zij hebben zich de hele middag goed gedragen.

Zij hebben mooi gezongen

voltooid deelwoord 

Hoe maak je een voltooid deelwoord van een zwak werkwoord?

Gebruik altijd: 't kofschip x

• Je neemt de stam van het ww (hele ww - en)
• Laatste letter in 't koschip x --> -t 
• Laatste letter niet in 't kofschip x --> -d

Hij is naar Amsterdam verhuisd.             

Hij heeft hard gewerkt.

voltooid deelwoord 

Splitsbare werkwoorden:

Bij het voltooid deelwoord van een splitsbaar werkwoord komt het voorvoegsel tussen de twee delen.

Hij maakt dat touw vast.

Hij heeft dat touw net vastgemaakt.

Ik haal Tom over om te blijven.

Ik heb Tom overgehaald.

voltooid deelwoord 

Let op:

Als een werkwoord al begint met ge, be, her, ver of ont -->

niet nog een keer een voorvoegsel ervoor zetten.

verhuisd --> NIET geverhuisd

gedragen --? NIET gegedragen

Maak zelf voltooid deelwoord van
een ww ,die beginnen
met be- her- ver- ont-

Volgende slides?

filmpje 1: Wat is een voltooid deelwoord?                            1 minuut

filmpje 2:  Hoe je een voltooid deelwoord vervoegd met

                      hulpwerkwoorden: hebben, zijn of worden   2 minuten

.

Welke hulpwerkwoorden heeft een voltooid deelwoord altijd nodig?

1. hebben, zijn en worden
2. hebben, zijn en waren
3. hebben en zijn
4. hebben en worden

Wanneer gebruik je
't ex-kofschip?

1. bij sterke werkwoorden
2. bij zwakke werkwoorden
3. bij sterke werkwoorden om de vt te bepalen
4. zwakke werkwoorden om de vt te bepalen

volgende slide

In de volgende oefening sleep je een werkwoord naar een sterke of zwakke werkwoord

Sterke werkwoorden

Zwakke werkwoorden

zien

drinken

spelen

werken

maken

koken

snoepen

zitten

eten

vallen

Welke van werkwoord is een sterk werkwoord?

1. hopen
2. glijden
3. leiden
4. strooien

volgende slide

In de volgende oefening is een sleepvraag:

 juist of niet juist

foute voltooid dw

foute ik-vorm vt

juiste voltooid dw

juiste ik-vorm vt

beloofte

gedronken

kwam

waarschuwte

kocht

weegde

gereisd

bewogen

vallen

gevallen

volgende slide

In de volgende oefening kies je uit: 

- voltooid deelwoord of

- ik-vorm werkwoord vt of

- hele werkwoord (infinitief)

hele

werkwoord

Ik- werkwoord vt

voltooid deelwoord

ontzien

gedronken

lopen

liep

koken

kook

snoepte

gekookt

snoepen

vallen

gelopen

gevallen

viel

gesnoept

volgende 11 slides

In de volgende oefeningen ga je het werkwoord omzetten in een voltooid deelwoord.

Voltooid deelwoord van: kopen

Voltooid deelwoord van: halen

Voltooid deelwoord van: beloven

Voltooid deelwoord van: pletten

Voltooid deelwoord van: bewijzen

Voltooid deelwoord van: vervangen

Voltooid deelwoord van: antwoorden

Voltooid deelwoord van: inlopen

Voltooid deelwoord van:
bijhouden

Voltooid deelwoord van: gebeuren

Voltooid deelwoord van: herkennen

Volgende slides

Kies de woorden die je met een hoofdletter moet schrijven.

1ste slide = een voorbeeld

Let op: een zin kan meerdere woorden die met een hoofdletter beginnen.

Voorbeeldzin:   yelle picton geeft duits op een schoolgemeenschap.

              

                                (verbeter de woorden die fout zijn)

Yelle

Picton

Duits

Dus begin je antwoord 

- met een HOOFDLETTER +  

- onder elkaar +  

- op volgorde.

s'maandags ga ik met de vliegtuig naar Spanje.
(verbeter de woorden die fout zijn)

mijn vader zei: 'jij moet naar de doctor als je ziek bent'
(verbeter de woorden die fout zijn)

docent jansen geeft wiskunde
(verbeter de woorden die fout zijn)

Wat is het verschil tussen sterke
en zwakke werkwoorden?

Het voltooid deelwoord is een vorm van het werkwoord

1. waar
2. niet waar

Schrijf op de volgende slides je antwoorden onder elkaar en op volgorde!

Schrijf de zelfstandige naamwoorden in MEERVOUD

en of s of ën

bijv.:  mediatheek =mediatheken

bijv.:  zee = zeeën                                

bijvo                orbijv.: accountant = accountants                                

apotheek
bibliotheek
marathon

restaurant
temperatuur
theorie

Wat vond je van de les? (2 antwoorden geven)
1. vul in: A of B
2. vul in: C of D

1. 1. leerzaam en saai
2. 1. leerzaam en leuk
3. 2. moeilijk te doen
4. 2. makkelijk te doen

Wil je meer weten over het werkwoord als voltooid deelwoord

Kijk dan naar de video (9 minuten) bij instructie (paarse stip).

Wat vind ik van de les?

werkwoord	lidwoord	zelfst.nw
	de	ontbossing
	de	wandeling
	de	probeersel
	de	betaling
	de	verkoop
	de	tekening

😒🙁😐🙂😃