Microscopie

Microscopie
1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
Biologie

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Microscopie

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

oefenen
In de volgende slide kan je naar een site gaan waar je de onderdelen kan inoefenen.

Slide 3 - Diapositive

Onderdelen van de microscoop

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien

Toetsing 
Delen van de microscoop
  • ga naar Smartschool
  • vak NATWET1
  • oefeningen
  • thema 4
  • onderdelen microscoop

Slide 6 - Diapositive

Werking microscoop?

- Lees in je vademecum blz. 11 goed door.
-  Bekijk het volgende filmpjes zeer aandachtig.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Vidéo

Hoe maken we een preparaat?

Slide 10 - Diapositive

Het preparaat maak je niet op de microscooptafel
Het preparaat maak je op je werktafel

Slide 11 - Diapositive

Wat is een preparaat?
A
Objectglaasje onder de microscoop
B
Dekglaasje onder de microscoop
C
Dekglaasje en objectglaasje onder de microscoop
D
Onderdelen van de microscoop

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Hoe maak je een preparaat?
1. Breng op het draagglas een druppeltje water
2. Breng een uiterst dun velletje van de ui op het water
3. Dek af met een dekglaasje
4. Overtollig vloeistof kan je wegzuigen met een keukenpapier
Zie ook vademecum blz. 12

Slide 14 - Diapositive

Bekijken van een preparaat

Slide 15 - Diapositive

Leg het preparaat onder de preparaatklemmen op de tafel 
van de microscoop. Schuif het preparaat naar achter.
Zorg dat het licht schijnt door je preparaat!

Slide 16 - Diapositive

Opdracht
De letter P
  • Neem je laptop en vademecumblad mee naar een microscoop.
  • Probeer nu zoals in het filmpje de letter P scherp te stellen met het kleinste objectief (kleinste vergroting). Gebruik je stappenplan in je vademecum op blz. 11.
  • Op de volgende slide moet je hierover een vraag beantwoorden.

Slide 17 - Diapositive

Hoe is het beeld dat je krijgt (P)?
A
Omgekeerd en vergroot
B
Gespiegeld, op zijn kop en vergroot
C
Hezelfde, enkel uitvergroot
D
Gespiegeld en vergroot

Slide 18 - Quiz

Totale vergroting  = 
Vergroting oculair x vergroting objectief

bv. 10 x 40 = 400x 

Kijk nu op onze klasmicroscoop. 
(Kijk bij de grijze microscopen!)
Komen de kleuren ook overeen met deze vergrotingen?

Slide 19 - Diapositive

Hoeveel keer is nu de letter P vergroot? (met rode objectief of kleinste vergroting)
A
10x4
B
10x10
C
10x40
D
12.5x10

Slide 20 - Quiz

Les 20: Hoe zijn organismen microscopisch opgebouwd?

Slide 21 - Diapositive

Leerwerkboek blz. 123-124
Lees de tekst op blz. 123 en 124
(opdrachtjes hoef niet te doen)

Slide 22 - Diapositive

Je lichaam van groot naar klein


Een organisme bestaat uit stelsels.
Elk stelsel bestaat uit organen.
Elk orgaan bestaat uit weefsels.
Elk weefsel bestaat uit cellen.

Slide 23 - Diapositive

Van organisme tot cel

Slide 24 - Diapositive

Zet de organisatieniveaus van groot naar klein:
Orgaan
Weefsel
Organisme
Orgaan
stelsel
Cel

Slide 25 - Question de remorquage

De cel

Slide 26 - Diapositive

Soorten cellen

Slide 27 - Diapositive

Delen van een cel

Slide 28 - Diapositive

Dierlijke cel
  • Celmembraan: buitenste laag van een dierlijke cel. Transporten stoffen in en uit de cel.
  • Cytoplasma: vloeibaar deel waarmee de hele cel is opgevuld. Plaats waar stof- en energieomzettingen plaatsvinden.
  • Celkern: bolvormige structuur die het erfelijk materiaal bevat. Stuurt de werking van de cel.
  • Mitochondriën: boonvormige structuren met inwendig plooien. Verbranden energierijke stoffen.

Slide 29 - Diapositive

De cel is vergelijkbaar met een boterhamzakje. Het zakje stelt dan de celmembraan voor en het water het cytoplasma

Slide 30 - Diapositive

De celkern zorgt voor de werking van de cel

Slide 31 - Diapositive

Andere celorganellen
Mitochondriën
  • Motor van de cel
  • Maken energie

Slide 32 - Diapositive

Celkern
Mitochondriën
Cytoplasma
Celmembraan

Slide 33 - Question de remorquage

Plantaardige cellen

Slide 34 - Diapositive

0

Slide 35 - Vidéo

cel
Plantencellen en dierlijke cellen hebben overeenkomsten

Slide 36 - Diapositive

cel
... en verschillen

Slide 37 - Diapositive

Plantencel
  • Celkern, celmembraan, cytoplasma en mitochondrieën (zelfde als bij dierlijke cel)
  • Celwand: stevige wand aan de buitenkant van de cel.
  • Bladgroenkorrels: hierin gebeurt de fotosynthese, geven groene kleur.
  • Vacuole: blaasje gevuld met vocht, zorgt voor stevigheid.

Slide 38 - Diapositive

De vacuole is een 'blaasje' gevuld met vocht
De celwand is een stevig laagje om de cel heen

Slide 39 - Diapositive

Samen geven de vacuole en celwand stevigheid aan de plantencel

Slide 40 - Diapositive

Plastiden zijn korrels in de plantencel. (Jullie moeten enkel de bladgroenkorrels kennen!)
Bladgroenkorrels
Groen
Fotosynthese
Kleurstofkorrels
Rood, Oranje, Geel
Opvallende kleur 
Zetmeelkorrels
Kleurloos
Zetmeelopslag
Tekst

Slide 41 - Diapositive

Celkern
Vacuole
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Celmembraan
Celwand

Slide 42 - Question de remorquage

Is dit een dierlijke cel of een plantaardige cel?
A
Dierlijke cel
B
Plantaardige cel

Slide 43 - Quiz

Is dit een dierlijke cel of een plantaardige cel?
A
Dierlijke cel
B
Plantaardige cel

Slide 44 - Quiz

Is dit een dierlijke cel of een plantaardige cel?
A
Dierlijke cel
B
Plantaardige cel

Slide 45 - Quiz

Is dit een dierlijke cel of een plantaardige cel?
A
Dierlijke cel
B
Plantaardige cel

Slide 46 - Quiz

Welke cellen hebben een celwand?
A
Dierlijke cellen
B
Plantaardige cellen

Slide 47 - Quiz

Wat is de functie van de celkern?
A
voedingsstoffen opslaan
B
beschermen van het DNA
C
celkern heeft geen functie

Slide 48 - Quiz

in een bladgroenkorrel vindt fotosynthese plaats
A
waar
B
niet waar

Slide 49 - Quiz


nummer 4 is ...
A
celkern
B
bladgroenkorrel
C
vacuole
D
celwand

Slide 50 - Quiz


nummer 2 is ...
A
celkern
B
bladgroenkorrel
C
vacuole
D
celwand

Slide 51 - Quiz

Klaar?
  • Maak de opdrachten en toepassingen
    op blz. 123-128 in je leerwerkboek.

Slide 52 - Diapositive