Mobiliteitsklassen

Mobiliteitsklassen
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Mobiliteitsklassen

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 
Kan je benoemen wat het belang is van ergonomisch werken
Kan je de mobiliteitsklassen benoemen en waarom daarmee gewerkt wordt
Ben je op de hoogte van verschillende hulpmiddelen
 



Slide 2 - Diapositive

Wat is volgens jou mobiliteit?

Slide 3 - Carte mentale

Ergonomie
Mobiliteit zegt iets over de bewegelijkheid van iemand. Dus hoe kan iemand lopen, zitten of bewegen.

De beperkingen van je cliënt hebben 
invloed op de lichamelijke belasting 
van jou als zorgverlener.

Slide 4 - Diapositive

Hoeveel procent van de zorgverleners heeft lichamelijke klachten?
A
15%
B
25%
C
40%
D
60%

Slide 5 - Quiz

Ergonomisch werken

Ergonomisch werken wil zeggen dat je zorgt dat je geen lichamelijke en geestelijke klachten oploopt door je werk.
  • Lichaamshouding
  • Hulpmiddelen --> tillift, glijzijl, draaischijf 
  • Materialen in hoogte verstelbaar --> bureaustoel

Slide 6 - Diapositive

Wat is een transfer?

Slide 7 - Carte mentale

Richtlijnen voor transfers
Praktijkrichtlijn Fysieke belasting;
Indeling in mobiliteitsklassen;
Transferprotocol

Slide 8 - Diapositive

Praktijkrichtlijn fysieke belasting

maximaal ... kg tillen
maximaal ...kg per hand duwen/trekken, bij twee handen ... kg
maximaal ... kg bij trekken vanuit de vingers


Slide 9 - Diapositive

Praktijkrichtlijn fysieke belasting

maximaal 23 kg tillen
maximaal 15 kg per hand duwen/trekken, bij twee handen 25 kg
maximaal 5 kg bij trekken vanuit de vingers


Slide 10 - Diapositive

Mobiliteitsklassen
Schrijf van ieder symbool op wat de betekenis is, kijk hiervoor in de theorie

Slide 11 - Diapositive

Mobiliteitsklasse A,B en C
A = vrijwel zelfstandig in mobiliteit
B= Vrij zelfstandig maar hulp bij transfers en ADL; geven van aanwijzingen of richting bij opstaan. Kleine hulpmiddelen als papegaai of draaischijf

C= Kunnen niet zelfstandig opstaan, meestal rolstoel gebonden, enige rompbalans, steunen op 1 been

Slide 12 - Diapositive

Mobiliteitsklasse D en E
D= vrij passief in mobiliteit, onvoldoende rompbalans, geen steun op 1 of beide benen. 


E= vrijwel volledig passief, bijna volledig bedlegerig, neiging tot stijfheid en contracturen

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Lien

Opdracht
  • Zelfredzaamheidsradar met spelkaarten

Slide 16 - Diapositive

Evaluatie

Slide 17 - Diapositive