4.4 deel 1

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Mens en Maatschappij Hoofdstuk: 4.4 deel 1
1.	Lesopening
2.	Lesdoel
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek van M&M en open deze op blz 156.

2. Lesdoel 

Aan het einde van de les:

- weet je wat de vier grootste steden, de randstad en het Groene Hart zijn en kun je die op een kaart aanwijzen.

- Weet je hoe Nederlandse steden zijn opgebouwd en kun je op een plattegrond bepaalde stadsdelen aanwijzen

3. Mini-check + Arrangementen

Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): Niemand

Iedereen doet mee met de mini-check.

Hoe noemen we een wijk met veel flatgebouwen?

1. Laagbouwwijk
2. Vinex-wijk
3. Hoogbouwwijk
4. 19e eeuwse wijk

Welk gebied/stad hoort bij de volgende omschrijving?

Met Schiphol in de buurt hebben we hier vaak toeristen?

1. Het Groene Hart
2. Amsterdam
3. Rotterdam
4. Den Haag

Wat is een stedelijk gebied?

1. Gebied waarin steden liggen de met elkaar verbonden zijn
2. Gebied waarin steden niet verbonden zijn met elkaar
3. De Randstad

Wie maakt wat?

Had je de vragen van de mini-check goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk met opdracht 1 t/m 5 op bladzijde 156 t/m 158. Lees de blauwe stukjes tekst goed door! 

De rest doet mee met de instructie. 

Grote steden in Nederland

• Randstad: Drukke deel in het
    westen van van NL waar de vier
    grote steden liggen.

• Groene Hart: Gebied met veel
    weilanden en natuur tussen de
    grote steden.
  
• Stedelijk gebied: steden die goed met elkaar zijn verbonden.

De opbouw van een Nederlandse stad

Wijken in historische steden in Nederland lijken op elkaar.

In welke volgorde werden ze gebouwd?

1. De oudste wijk: de binnenstad
2. Daarna de 19e-eeuwse wijken
3. Na de oorlog de hoogbouwwijken
4. Toen kwamen de laagbouwwijken
5. Aan de rand van de stad de Vinex-wijken
6. Op goed bereikbare plekken bedrijventerreinen

5. Begeleid inoefenen

Had je geen of 1 vraag goed bij de mini-check -->

Je maakt  samen met de leerkracht opdracht 2 en 4.

6. Zelfstandig werken

Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 5 op bladzijde 156 t/m 158

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na.

Daarna maak je de verdieping op blz 155

7. Evaluatie

Hoe ging de les? Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?

Heb je nog ergens vragen over? 

Lesdoelen:

- weet je wat de vier grootste steden, de randstad en het Groene Hart zijn en kun je die op een kaart aanwijzen?

- Weet je hoe Nederlandse steden zijn opgebouwd en kun je op een plattegrond bepaalde stadsdelen aanwijzen?

Huiswerk & Toetsen

Huiswerk LJ1: 

Donderdag 1 februari

4.4 opdracht 1 t/m 5

Toetsen LJ1: 

Donderdag 8 februari

Toets H4