Debat

• Mediawijsheid
• Basisschool
• Groep 8

 Het debat

Opening

Wie ben jij? 

Wat zou jij willen veranderen op school?

Griekenland

Griekenland

Debatteren

• Bij debatteren ben je voor of tegen een stelling.
• Je gebruikt argumenten
  
• Je onderbouwt je argumenten 
• Je geeft een voorbeeld

1 uur per dag gymmen

voor gymmen is gezond

tegen van gymmen ga je stinken

bijvoorbeeld, juf jikke was laatst gaan sporten, bijvoorbeeld ik kan makkelijk de boodschappen tillen want ik gym veel

De doorstroomtoets moet afgeschaft worden. 

Je bedenkt minimaal 1 argument voor en 1 tegen. 

Ik ben voor de toets, want.....

Ik ben tegen de toets, want....

EN NU VOOR HET ECHT

TikTok moet verboden worden tot 16 jaar

Je bedenkt 1 argument voor en 1 tegen.

Ik ben voor afschaffen van Tiktok, want....

Ik ben tegen het afschaffen van TikTok, want....

TikTok moet verboden worden tot 16 jaar

Drie groepen: 

A. Voor

B. Tegen

C. Jury 

Je wordt nu ingedeeld in een groep. Groep A is voor, Groep B is tegen en groep C is de jury.

In je groep ga je zoveel mogelijk argumenten bedenken. Gebruik daarbij AUB. 

In de jury ga je met elkaar bespreken waar je op gaat letten

VERZIN ARGUMENTEN

jullie gaan zo in groepjes uiteen

je verzint zoveel mogelijk argumenten

straks mag 1 iemand namens jullie het openingswoord doen. Noem dan je sterktste argument en leg dit uit

Daarna komt groep B

Als jullie allebei gesproken hebben krijgen jullie 5 minuten om op elkaar te reageren.

Dat doe je door te gaan staan, dan krijg je van mij het woord.

het debat

Hoe debatteer je?

1. Spreek met luide stem.

2. Sta stevig.

3. Geef voorbeelden. 

4. Luister naar elkaar. 

5. Laat de ander uitpraten. 

6. Reageer door op te staan.

7. Je krijgt van mij de beurt.

Oefenen!

De jury

De jury vat samen. 

Luister goed naar de voorzitter.

De jury trekt zich 2 minuten terug omeen besluit te nemen.

Winnaar beste argument:

Winnaar team A of team B:

Hoe gaat dit nu in het echt?

Stelling 2

Op school mogen geen cijfers worden gegeven. 

Je bedenkt 1 argument voor en 1 tegen.

Ik ben voor, want....

Ik ben tegen, want....

Op school mogen geen cijfers worden gegeven. 

Drie groepen: 

A. Voor

B. Tegen

C. Jury 

Je wordt nu ingedeeld in een groep. Groep A is voor, Groep B is tegen en groep C is de jury.

In je groep ga je zoveel mogelijk argumenten bedenken. Gebruik daarbij AUB. 

In de jury ga je met elkaar bespreken waar je op gaat letten

VERZIN ARGUMENTEN

jullie gaan zo in groepjes uiteen

je verzint zoveel mogelijk argumenten

straks mag 1 iemand namens jullie het openingswoord doen. Noem dan je sterktste argument en leg dit uit

Daarna komt groep B

Als jullie allebei gesproken hebben krijgen jullie 5 minuten om op elkaar te reageren.

Dat doe je door te gaan staan, dan krijg je van mij het woord.

het debat

Hoe debatteer je?

1. Spreek met luide stem

2. Sta stevig

3. Geef voorbeelden. 

4. Luister naar elkaar. 

5. Laat de ander uitpraten. 

6. Reageer door op te staan.

7. Je krijgt van mij de beurt.

oefenen!

De jury

De jury vat samen. 

Luister goed naar de voorzitter.

De jury trekt zich 2 minuten terug omeen besluit te nemen.

Winnaar beste argument:

Winnaar team A of team B:

Wat hebben jullie geleerd?

En wat ga je nu thuis bij je ouders doen?