HV1 ch2 les 6

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Qu'est-ce qu'on va faire?

- derniers questions

- interrogation écrite

- expliquer H

- au travail

- francofolies

- au travail

Klaar met het SO? Maak dan:

27, 29, 30

(of als je nog iets niet af had, maak je dat af).

Wat betekenen deze zinnen?

Je parle français

Je ne parle pas français

Wat is het verschil?

Je parle français

Je ne parle pas français

La négation (de ontkenning)

je gebruik 'ne' en 'pas' om een ontkenning te maken.

Ne ........... pas

Wat voor woord komt er op de stippellijn?

La négation (de ontkenning)

je gebruik 'ne' en 'pas' om een ontkenning te maken.

Ne ........... pas

Wat voor woord komt er op de stippellijn?

De persoonsvorm (1e ww in de zin)

Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Elle mange la glace.

Maak nu de zin ontkennend:
Elle mange la glace

Maak deze zin ontkennend:
Il parle français.

Let op!

'Ne' verandert in 'n' als de persoonsvorm begint met een klinker of een stomme h.

Bijv.:

Il habite à Paris

Il n'habite pas à Paris

Maak de volgende zin ontkennend:
Demain, nous arrivons à Amsterdam.

Let op!!

* Als je il y a ontkennend wilt maken, wordt dat:

Il n'y a pas

* Un/une veranderen na een ontkenning in de/d'

Il a une interro

Il n'a pas d'interro

Au travail!

Faire: 31, 32, 33

klaar? maak 27, 29, 30