Thema 4 gezegden

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Heel wat in huis hebben

1. Een heel gewoon en rustig leven leiden
2. Iedereen kan het zien en er iets over zeggen
3. Iemand kunnen vertrouwen
4. Heel veel kunnen

Op iemand kunnen bouwen

1. Iemand kunnen vertrouwen
2. Direct zeggen wat er is
3. Dat is heel zeker
4. Als je samen ergens heen gaat, ga je samen ook weer terug

Dat staat als een huis

1. Iedereen kan het zien en er iets over zeggen
2. Dat is heel zeker
3. Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens
4. Als er niemand is om leiding te geven, doet iedereen wat hij zelf wil

Huisje, boompje, beestje

1. Een heel gewoon en rustig leven leiden
2. Het zonnetje in huis zijn
3. Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens
4. Samen uit, samen thuis

In een glazen huis wonen

1. Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel
2. Als je samen ergens heen gaat, ga je samen ook weer terug
3. Iedereen kan het zien en er iets over zeggen
4. Dat is heel zeker

Het zonnetje in huis zijn

1. Een vrolijk persoon zijn
2. Thuis is alles het best
3. Direct zeggen wat er is
4. Als je samen ergens heen gaat, ga je samen ook weer terug

Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens

1. Als er niemand is om leiding te geven, doet iedereen wat hij zelf wil
2. Thuis is alles het best
3. Direct zeggen wat er is
4. Met de deur in huis vallen

Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel

1. Als je samen ergens heen gaat, ga je samen ook weer terug
2. Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens
3. Als er niemand is om leiding te geven, doet iedereen wat hij zelf wil
4. Heel wat in huis hebben

Samen uit, samen thuis

1. Als je samen ergens heen gaat, ga je samen ook weer terug
2. Dat staat als een huis
3. Dat staat als een huis
4. Op iemand kunnen bouwen

Met de deur in huis vallen

1. Direct zeggen wat er is
2. Huisje, boompje, beestje
3. Een heel gewoon en rustig leven leiden
4. Iedereen kan het zien en er iets over zeggen

Wie ken jij die 'heel wat in huis heeft'?

Wie die jij kent is 'het zonnetje in huis'?

Wie die jij kent 'valt altijd met de deur in huis'?