Toetsbespreking Alexanderr

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Toetsbespreking

25 punten

elke fout (tijd, ev/mv, naamval) -0,5

Tel even goed mee s.v.p. :-)

Denk je: dit klopt niet, omcirkel het dan!

Cum Alexander parvus puer erat (1p)

1. Toen Alexander klein en een jongen was
2. Toen Alexander een kleine jongen was,

pater eius servos equum emere iusserat (1,5)

1. had de vader van hem slaven bevolen een paard te kopen
2. had de vader aan hem slaven bevolen een paard te kopen
3. had de vader zijn slaven bevolen een paard te kopen
4. hadden slaven voor de vader een paard gekocht

Servi mox pulcherrimum equum ad patrem pueri duxerant (2p)

1. Spoedig hadden de slaven een zeer mooi paard naar de vader en de jongen gebracht
2. Spoedig hadden de slaven het mooiste naar de vader van de jongen gebracht
3. Spoedig hadden de slaven een zeer mooi paard naar de vader van de jongen gebracht
4. Spoedig hadden de slaven het mooiste naar de vader en de jongen gebracht

Statim Alexander patri dixit (1,5p)

1. Meteen zegt vader tegen Alexander
2. Meteen zei Alexander tegen vader
3. Meteen zei vader tegen Alexander

"equum habere cupio (1p) et eum Bucephalum voco!" (1p)

1. ik wil het paard hebben en ik noem hem Bucephalus
2. ik wil het paard hebben en ik noem hem Bucephalum

Pater filium suum magnopere derisit: (1,5p) "Tace, fili!" (1p)

1. Vader lacht zijn zoon erg uit: Zwijg, zoon!
2. Vader lachte zijn zoon erg uit: Luister, zoon!
3. Vader lachte zijn zoon erg uit: Zwijg, zoon!
4. Vader lachte zijn zoon erg uit: Gedraag je, zoon!

Bucephalus ingens et acer equus est (1p)

1. Bucephalus is een enorm en wit paard
2. Bucephalus is een enorm en fel paard
3. Bucephalus is een enorm en bijzonder paard

Multi milites equum ascendere temptaverunt, (1,5p)

1. Veel soldaten hebben geprobeerd een paard proberen te bestijgen,
2. Veel soldaten hebben geprobeerd het paard proberen te bestijgen,

sed nemo ferocius animal regere potuit. (1,5p)

1. maar niemand kon het behoorlijke woeste paard overwinnen
2. maar niemand kon het woestere paard overwinnen
3. maar niemand kon het woeste paard overwinnen

Tu eum superare non potes (1p): tu enim fortior non es quam milites! (1,5p)

1. Jij kan hem niet overwinnen: jij bent immers niet sterker dan de soldaten
2. Jij kan hem niet overwinnen: jij bent echter niet sterker dan de soldaten

Iratus Alexander patrem aspexit (1,5p)

1. Boze Alexander keek zijn vader aan
2. Alexander kijkt zijn vader boos aan
3. Alexander keek de boze vader aan
4. Alexander keek zijn vader boos aan

Deinde equo appropinquavit (1p)

1. Vervolgens naderde hij het paard
2. Vervolgens naderde het paard

et celeriter eum ad solem vertit (1,5p)

1. en draait hem snel naar de zon
2. en hij draaide hem bij de zon
3. en draaide hem snel naar de zon

Bucephalus nunc umbram suam non iam vidit (2p) et tandem consistit, (1p)

1. Bucephalus ziet zijn eigen schaduw nu niet meer en hij blijft eindelijk staan
2. Bucephalus kon de schaduw niet meer zien en hij blijft eindelijk staan
3. Bucephalus kon de schaduw niet meer zien en bleef eindelijk staan

nam umbra Bucephalum terruerat! (1p)

1. want de schaduw beangstigde Bucephalus
2. want de schaduw beangstigt Buchephalus
3. want de schaduw had Bucephalus beangstigd
4. want door de schaduw was Bucephalus bang gemaakt