2HV Thema 1 Verbranding en ademhaling B8 Koudbloedig en warmbloedig

Basisstof 8: Koudbloedig en warmbloedig
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Basisstof 8: Koudbloedig en warmbloedig

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning
Herhalen vorige les + bespreken huiswerk (20 minuten)
Uitleg basisstof 8 (20 minuten)
Aan de slag werkblad (20 minuten)
Bespreken werkblad (10 minuten)
Afsluiting (10 minuten)

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk bespreken

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kan je het verschil in verbranding uitleggen bij koudbloedige- en warmbloedige dieren

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Koudbloedig & warmbloedig
warmbloedig = constante lichaamstemperatuur
koudbloedig = wisselende lichaamstemperatuur
Hoe hoger de lichaamstemperatuur hoe meer verbranding
Want een koudbloedig dier kan ook in een warme omgeving zijn, op dat moment is zijn lichaamstemperatuur ook 'warm' (hoog). 
Warmbloedige dieren houden hun lichaams temperatuur altijd even hoog ongeacht de buiten temperatuur
bijv: wij mensen houden onze lichaamstemperatuur constant rond de 37 graden ook al is het koud in onze omgeving.
Koudbloedige dieren hebben een wisselende lichaamstemperatuur, Bij deze dieren is de lichaamstemperatuur ongeveer gelijk aan hun omgeving
bijv: als het buiten 3 graden is heeft de kikker een lichaams temperatuur van 3 graden. Als het 26 graden is zijn zijn omgeving zal zijn lichaamstemperatuur ook 26 graden zijn.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Koudbloedig
  • wisselende temperatuur
  • weinig verbranding bij lage temperatuur
Gevolg? 
  • winterslaap
Wat gebeurt er? 
Weinig verbranding = weinig energie beschikbaar
Bij koud weer zijn koudbloedige dieren niet erg actief
Veel koudbloedige dieren doen aan winterslaap
-Lichaamstemperatuur daalt
-Stofwisseling vertraagt
-Weinig energie en zuurstof nodig
-Sommige reptielen ademen de hele winterslaap niet

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Warmbloedig
  • Constante temperatuur
  • Voortdurend verbranding
  • Extra verbranding bij kou
Waarom? 
  • isolatie
  • trek
  • enkele houden winterslaap
Er vindt extra veel verbranding plaats om hun lichaamstemperatuur op peil te houden.
Er komt extra energie vrij, dus ze zijn ook in de winter actief. 
Er is veel voedsel nodig om zo'n actief leven te kunnen leiden
Isolatie:
Zoogdieren: vetlaag onder de huid & dikke vacht met haren 
Vogels: vetlaag onder de huid & verenpak
Trek = wegtrekken naar andere warmere streken in de herfst (ook walvissen trekken bijv. weg naar warmere wateren)
Winterslaap = sommige dieren zoals egels en vleermuizen

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenen
  • Bij welk dier is de lichaamstemperatuur het hoogst/laagst?
  • Bij welk dier vindt de minste/meeste verbranding plaats?


Hoogst = de 2 muizen (deze zijn altijd 37 graden)
Laagst = kikker in 5 graden, deze past lichaamstemperatuur aan aan omgeving
Meest = Muis in 5 graden (moet veel verbranding uitvoeren om lichaamstemperatuur op 37 graden te houden)
Minst = Kikker in 5 graden (lichaamstemperatuur is laag)

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Wat? > Werkblad over warm- en koudbloedige dieren
Hoe? > In tweetallen
Hoe lang? > 20 minuten
Hulp? > Gebruik de tekst van basisstof 8
Klaar? > Lees de tekst leren onderzoeken over vitale capaciteit

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
Maken: - Opdr. 1 t/m 4 online
Maken: Begrippenlijst basisstof 8 in je schrift of word document


Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mark bestudeert 2 soorten vossen: een poolvos en een rode vos (NL). Welke stelling is juist?
De poolvos verbruikt meer zuurstof, hij is warmbloedig in in deze koude omgeving vind er meer verbranding plaats om zijn lichaamstemperatuur op peil te houden. Voor deze verbrandingsreactie is zuurstof nodig.
A
De poolvos verbruikt meer zuurstof
B
De rode vos verbruikt meer zuurstof
C
De poolvos en de rode vos verbruikten evenveel zuurstof
D
De poolvos en de rode vos gebruiken geen zuurstof want ze zijn in winterslaap

Slide 12 - Quiz

De poolvos verbruikt meer zuurstof, hij is warmbloedig in in deze koude omgeving vind er meer verbranding plaats om zijn lichaamstemperatuur op peil te houden. Voor deze verbrandingsreactie is zuurstof nodig.
Een kat is
A
koudbloedig
B
warmbloedig
C
beide
D
bij katten komt dit niet voor

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In de winter vindt er in het lichaam van de meeste warmbloedige dieren:
A
Geen verbranding plaats
B
Minder verbranding plaats dan in de zomer
C
Evenveel verbranding plaats als in de zomer
D
Meer verbranding plaats dan in de zomer

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn vleermuizen koudbloedige of warmbloedige dieren?
A
koudbloedige dieren
B
warmbloedige dieren

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tim zegt: Als dieren altijd dezelfde lichaamstemperatuur hebben, zijn ze warmbloedig
Karen zegt: Warmbloedige dieren hebben in een warme omgeving een hogere lichaamstemperatuur dan in een koude omgeving
A
beide hebben gelijk
B
beide hebben ongelijk
C
Tim: heeft gelijk Karen: heeft geen gelijk
D
Tim: heeft geen gelijk Karen: heeft gelijk

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions