Clase 15 Unidad 9 C1 Gramática

¡Bienvenidos chicos y chicas!
Martes, 23 de noviembre de 2021
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

¡Bienvenidos chicos y chicas!
Martes, 23 de noviembre de 2021

Slide 1 - Diapositive

¿Qué vamos a hacer hoy?
  1. Somtoday.
  2. Objetivos de la unidad 9.
  3. Repasamos el Pretérito Perfecto
  4. ¿Qué has hecho hoy?
  5. Werkblad Pretérito perfecto.
  6.  Opdracht "Nuestra tienda de ropa"

Slide 2 - Diapositive

Aan het einde van dit hoofdstuk:
Leerdoelen
Ik kan iets zeggen over kleding.
Ik ken de vervoeging van de pretérito perfecto (voltooid tegenwoordige tijd)
Ik ken de namen van kledingstukken in het Spaans.
Ik ken de getallen 1 t/m 1000 in het Spaans.


Slide 3 - Diapositive

Aan het einde van dit hoofdstuk:
Succescriteria's
- Ik ken de namen van 10 kledingstukken in het Spaans.
- Ik kan vragen en zeggen hoeveel iets kost in het Spaans.
- Ik kan vertellen iets over dingen die ik gedaan heb.
- Ik ken alle woorden en frases claves van unidad 9.


Slide 4 - Diapositive

Pretérito perfecto
- Gebeurtenissen in het verleden die een verband hebben met het heden.
 "Elena ha venido ahora mismo" "Elena is net gekomen"
"Hoy he comido sopa de verduras." "Vandaag heb ik groentesoep gegeten"

- Voor dingen die iemand tijdens  zijn leven gedaan heeft.
"Mi tía Rosa ha viajado mucho" Mijn tante Rosa heeft veel gereisd"
"Mi padre ha estado muchas veces de vacaciones en Indonesia"


                              

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Pretérito perfecto

Slide 7 - Diapositive

Onregelmatige voltooid deelwoord
decir  -----          dicho           (zeggen)
hacer -----          hecho         (doen/maken)
abrir -----            abierto        (openen)
volver  -----         vuelto          (teruggaan)
escribir----        escrito        (schrijven)
ver     ----             visto             (zien)
poner    ---         puesto        (plaatsen/neerzetten)
romper ----         roto               (breken)

Slide 8 - Diapositive

Wederkerende werkwoorden
Yo                                           me     he
Tú                                           te       has                                               ducharse
Él/ella/ usted                    se       ha
Nosotros/-as                    nos   hemos        + duchado
Vosotros/-as                     os     habéis
Ellos/ellas/ustedes         se     han

Slide 9 - Diapositive

Pretérito Perfecto

Slide 10 - Diapositive

Pretérito Perfecto
timer
7:00

Slide 11 - Diapositive

"Nuestra tienda de ropa"

Slide 12 - Diapositive


¿Cómo has trabajado hoy en clase?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Sondage

0

Slide 14 - Vidéo