Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Spelling en Formuleren
Spelling en formuleren
1. foutieve samentrekking
2. foutieve inversie
3. verwijsfouten
1 / 31
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Cette leçon contient
31 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Spelling en formuleren
1. foutieve samentrekking
2. foutieve inversie
3. verwijsfouten
Slide 1 - Diapositive
1. foutieve samentrekking
Slide 2 - Diapositive
Sinterklaas had acht bier en een mijter op.
A
foutieve samentrekking
B
goede samentrekking
Slide 3 - Quiz
De docent leidde het nieuwe onderwerp in en de leerlingen om de tuin.
Tekst
A
foutieve samentrekking (grammaticaal verschil)
B
goede samentrekking
C
foutieve samentrekking (betekenisverschil)
D
geen samentrekking
Slide 4 - Quiz
In de toetsweek worden er lange en korte toetsen afgenomen.
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking
Slide 5 - Quiz
Jouw idee in de ideeënbus vond de jury het origineelste en zal spoedig gerealiseerd worden.
A
foutieve samentrekking
B
goede samentrekking
Slide 6 - Quiz
De Eerste Kamer heeft de wet aangenomen en geldt vanaf 1 januari.
A
Juiste samentrekking
B
onjuiste samentrekking
Slide 7 - Quiz
Jouw idee in de ideeënbus vond de jury het origineelste en zal spoedig gerealiseerd worden.
A
foutieve samentrekking
B
samentrekking
Slide 8 - Quiz
Ik moet en zal slagen dit jaar, want ik wil echt niet blijven zitten in klas 3.
Extra info
Het gaat in deze zin om de samentrekking van 'Ik moet en zal'.
A
geen samentrekking
B
foutieve samentrekking
C
goede samentrekking
Slide 9 - Quiz
2. foutieve inversie
Slide 10 - Diapositive
Vanochtend stapte hij in de douche en waste hij zich daarna snel
Slide 11 - Question ouverte
Hij poetste zijn tanden en kleedde hij zich aan.
Slide 12 - Question ouverte
Zijn moeder maakte het ontbijt maar hij lustte de pindakaas niet
Slide 13 - Question ouverte
Ontstemd sprong hij op de fiets en trapte hij daarna naar school
Slide 14 - Question ouverte
Verwijsfouten
Slide 15 - Diapositive
De-woorden zijn
A
Mannelijk
B
Onzijdig
C
Vrouwelijk
D
Mannelijk of vrouwelijk
Slide 16 - Quiz
Naar het-woorden verwijs je met
A
Deze en dat
B
Dit en dat
C
Deze en die
D
Die en dat
Slide 17 - Quiz
Omdat het pand vorig jaar zo prachtig verbouwd is, wil ik ... heel graag kopen van u.
A
Hem
B
Haar
C
Het
D
Deze
Slide 18 - Quiz
Als u wilt dat ik deze brief naar al onze klanten stuur, zult u ... wel eerst moeten ondertekenen.
A
Hem
B
Haar
C
Het
D
Dit
Slide 19 - Quiz
In dat huis zouden we nog wel willen wonen, maar ... hier vinden we afzichtelijk.
A
Deze
B
Die
C
Dit
D
Dat
Slide 20 - Quiz
Als de onderzoekscommissie belastende uitspraken doet, kan alleen de rechter ... het zwijgen opleggen.
A
Hem
B
Haar
C
Het
D
Die
Slide 21 - Quiz
Na de omwenteling kon de Libische bevolking eindelijk middels verkiezingen ... stem laten horen.
A
Zijn
B
Haar
Slide 22 - Quiz
Mijn buurvrouw heeft een hond .......... ik veel ga wandelen
A
met wie
B
waarmee
Slide 23 - Quiz
Zo'n groot bedrijf zal voor ... werknemers toch wel een goede afvloeiingsregeling hebben; of heeft ... nooit over dat soort voorzieningen nagedacht?
A
Haar, het
B
Zijn, het
C
Haar, hij
D
Zijn, hij
Slide 24 - Quiz
Heeft de arts ... niet verteld dat ... in de tropen veel risico lopen op besmettelijke ziekten?
A
Hen, ze
B
Hun, ze
C
Hen, hun
D
Hun, hun
Slide 25 - Quiz
Misschien moet je maar aan ... vragen of ... je na het feest naar het station kunnen brengen.
A
Hen, zij
B
Hun, zij
C
Hen, hun
D
Hun, hun
Slide 26 - Quiz
Hoewel de docent ... drie keer gewaarschuwd had, gingen ... toch door met praten.
A
Hen, ze
B
Hun, ze
C
Hen, hun
D
Hun, hun
Slide 27 - Quiz
Het geld ... hij geleend had, was al snel opgemaakt.
A
Dat
B
Wat
Slide 28 - Quiz
Dat is de vrouw ......... ik gisteren vast zat in de lift!
A
waarmee
B
met wie
Slide 29 - Quiz
Ik ga die wedstrijd winnen, al is dat het laatste ... ik doe!
A
Dat
B
Wat
Slide 30 - Quiz
Het leukste ... ik vandaag geleerd heb, is juist verwijzen in een zin :)
A
Dat
B
Wat
Slide 31 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
havo 3 samentrekking
Janvier 2021
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
havo 3 samentrekking
Octobre 2019
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H3D foutieve samentrekking 2 (online)
Février 2021
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Foutieve samentrekking
Septembre 2024
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4-6
Foutieve samentrekking
Septembre 2024
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4-6
Formuleren - oefenen alles door elkaar
Septembre 2022
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
MTL3 Stijl 5 (foutieve) samentrekking
Mai 2019
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
les 18/4: foutieve samentrekking
Avril 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3