2024_02_26: TaalCompleet A1 - Thema 5: t/m 5.11

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1-4

één voet - twee ...

1. voeten
2. voetten
3. voets

één been - twee ...

1. beenen
2. benen
3. beens

één oog - twee ...

1. oogen
2. ogen
3. oogs

één man - twee ...

1. manen
2. maanen
3. mannen

één raam - twee ...

1. raamen
2. ramen
3. raams

één neus - twee ...

1. neusen
2. neuzen

één teen - twee ...

1. teenen
2. tenen

één minuut - twee ...

1. minuuten
2. minuutten
3. minutten
4. minuten

5.7: Naar de dokter

Opdracht: Maak Werkblad plusopdracht 5.7b. 

Klaar? Vergelijk je antwoorden met de antwoorden van een medecursist. Werk daarna in je boek. 

5.7: Naar de dokter

Opdracht: Je bent bij de dokter. Wat is het probleem? Vertel het.

Ik heb last van ...

Ik heb pijn in ...

Ik heb ...pijn

Ik heb soms ...pijn

Extra leesteksten Thema 5

Opdracht: Maak de extra leesteksten bij Thema 5

5.8: Jij of u?

Opdracht 1: Wanneer zeg je jij? En wanneer zeg je u? Maak oefening 57. Wat zeg jij? op bladzijde 172 in je boek. Praat daarna samen. Zijn er verschillen? Waarom?

Opdracht 2: Maak Werkblad plusopdracht 5.8. Wat zeg je? Of wat vraag je? Gebruik jij, jou of u.

We bespreken de opdrachten samen.

Welke emoji ben jij nu?

😒🙁😐🙂😃

Samen afsluiten

Maak de puzzel. Wat is het woord? De docent checkt de woorden.