Link A0 A2 10.4 plus herhaling plus Alkmaar Ontzet

• NT2
• ISK

Lesplan

1. Lezen: Alkmaars Ontzet.  

2. Link 10.4 afmaken. 

3. Herhaling thema 10. 

4. Huiswerk nakijken: Online winkelen. 

5. Grammatica: ik doe de deur dicht. 

Na deze les...

1) ... kun je beter zinnen in het Nederlands maken. 

2) .. kun je een pakketje terugsturen. 

Alkmaars Ontzet

         Alkmaars Ontzet is een belangrijke feestdag voor de mensen in Alkmaar. Het wordt op 8 oktober gevierd. Het herdenkt een groot moment in de geschiedenis van de stad.

         Het is 1573. Nederland wil onafhankelijk van Spanje worden, maar de Spaanse koning vindt het geen goed idee. De mensen in Alkmaar zijn in gevaar. De stad is omringd door de Spaanse soldaten. Zij willen de stad veroveren.

         De inwoners van Alkmaar geven niet op. Ze zijn dapper en sterk. Ze werken goed samen om de stad te verdedigen. Op 8 oktober komen de vijanden met een groot leger. Maar de inwoners van Alkmaar blijven vechten en maken gaten in de dijken. Het water stroomt door de dijken en houdt de vijanden tegen.

        Uiteindelijk winnen de Alkmaarders de strijd. Ze redden hun stad. Dit is een belangrijk moment in de Tachtigjarige Oorlog. Sindsdien vieren de mensen in Alkmaar elk jaar op 8 oktober hun overwinning. Er zijn veel activiteiten, zoals muziek, parades en vuurwerk. Kinderen en volwassenen genieten van het feest. Iedereen is blij en trots op hun stad.

8october.nl

We gaan in het boek werken: 

10.4

- Loop rond door de klas en stel je vraag aan je medecursist. 

- Geef een antwoord. 

- Wissel de vragen uit met je medecursist. 

Rendictee

1) Ren naar de docent.

2) Kijk naar een plaatje.

3) Ren terug naar je groepje.

4) Zeg wat je ziet. 

5) Cursist B schrijft de woorden op. 

Voorbeeld: de rode jurk. 

wordwall.net

Luisteren

1) Luister naar de tekst en onderstreep de woorden die anders zijn. 

2) Schrijf de juiste woorden op. 

wordwall.net

Online winkelen

Ga online naar een kledingwebwinkel. Zoek de informatie en beantwoord de volgende vragen: 

1. Wat wil je graag kopen? 

2. Bij welke webwinkel kun je dat kopen? 

3. Hoeveel kost het? 

4. Welke kledingmaten zijn er? Is daar ook jouw kledingmaat? 

5. Krijg je je bestelling per post? Is de verzending gratis? 

6.  Je bent niet tevreden met je bestelling en wilt deze retourneren. Binnen hoeveel dagen kun je je bestelling retourneren? 

Huiswerk: 

Huiswerk voor woensdag: 

- maak toets thema 10;

- online 11.1 (opdrachten 1-6). 

Wat heb je vandaag geleerd? 

Goed gedaan!

Wat heb je in het weekend gedaan? 

Ik heb mijn familie bezocht. 

Ik heb tv gekeken. 

Ik heb een boek gelezen. 

Ik heb gesport. 

Ik ben naar Amsterdam gegaan. 

Ik ben thuisgebleven. 

Ik reis het liefst met de fiets. 

Ik reis liever met de auto dan met de brommer.

 

Ik reis het minst graag met de boot.

Ik reis het liefst met ....

Ik reis liever met .... dan met ....

Ik reis het minst graag met ....

wordwall.net

1. We maken een praatje in de lift.

2. In deze buurt staan flats.

3. Het is een rustige buurt.

4. Er is een park is de buurt.

5. Daar is een moskee, een kerk en een apotheek.

 

Maak deze zinnen negatief. Gebruik "geen". 

1. We maken een praatje in de lift.

2. In deze buurt staan flats.

3. Het is een rustige buurt.

4. Er is een park is de buurt.

5. Daar is een moskee, een kerk en een apotheek.

 

wordwall.net

Hoe was de les van vandaag?

1. makkelijk
2. moeilijk
3. leuk
4. saai

Klasafspraken:

1) Je bent elke les op school. Maak een afspraak buiten lestijd.

2) In de les komen we op tijd.

3) In de les zetten we onze telefoons op stil.

4) Ben je te laat of kun je niet naar de les komen? - Stuur dan een bericht aan de docent.

5) Informatie over huiswerk en lessen/vakantie vind je in de chatgroep. Check regelmatig de Whatsappgroep.

6) Wil je roken? Alleen op het parkeerterrein, helemaal achterin.