Drogreden

Subjectief/objectief
-Feitelijk argument/waarderend argument.

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Subjectief/objectief
-Feitelijk argument/waarderend argument.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Drogredenen
Het herkennen van een drogreden

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Objectief betekent dat je geen eigen interpretatie ergens aan kan geven en subjectief betekent dat het per persoon verschillend is qua interpretatie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

voorbereiding op toets
  • Feiten, meningen en argumenten
  • drogreden

  • Argumenten beoordelen
    (subjectief / objectief)

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

een reden is objectief en een oorzaak is subjectief
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1) Cola bevat zoetstoffen.
2) Dat vind ik lekker.
A
Beide subjectief
B
Beide objectief
C
1) Subjectief 2) Objectief
D
1) Objectief 2) Subjectief

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Stelling: Je kunt beter met het openbaar vervoer naar Amsterdam gaan.
Argument: Het is veel gezelliger om met het openbaar vervoer naar Amsterdam te komen.

Is het argument objectief of subjectief?
A
objectief
B
subjectief

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een drogreden?
A
Een onjuist of vals argument
B
Een argument dat taboe is
C
Een persoonlijke aanval
D
Een verkeerde reden

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik ben de baas, omdat ik het hier voor het zeggen heb
Groningers zijn rijk, want ze wonen allemaal boven op de gasbel
Zijn vader kan best goed met jongeren omgaan, hij is dus een ideale leraar biologie
Cirkelredenering
Onjuist beroep op kenmerkschema
Overhaaste generalisatie

Slide 10 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

‘Zij kan wel zeggen dat je vals zingt, maar zij kan zelf niet zingen.’
A
overhaaste generalisatie
B
Cirkelredenering
C
Persoonlijke aanval

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

We eten nooit later dan zes uur, dus nu ook niet.
A
Verkeerd autoriteitsargument
B
Beroep op traditie
C
Persoonlijke aanval
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Epke Zonderland had wereldkampioen rekstok 2018 moeten worden. Louis van Gaal vond dat ook.’
A
Verkeerd autoriteitsargument
B
Verkeerde vergelijking
C
Onjuist oorzaak-gevolgrelatie

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Iemand die niet vooraf een proefexamen maakt, haalt een slecht resultaat. Jim heeft een onvoldoende, dus hij heeft het proefexamen niet gemaakt.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
generalisatie

Slide 14 - Quiz

Een foute conclusie trekken; een verkeerde voorstelling van oorzaak en gevolg.
Heb je nu een idee wat een drogreden is?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions