Middeleeuwen

Literatuurgeschiedenis
Middeleeuwen
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 31 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Literatuurgeschiedenis
Middeleeuwen

Slide 1 - Diapositive

Programma
-Reynaerd

Slide 2 - Diapositive

Na de les...

...weet ik alles over Reynaerd de vos.

Slide 3 - Diapositive

Hebban olla vogala nestas higunnan is de oudste Nederlandse tekst, geschreven in een Engels klooster door een monnik.​

Slide 4 - Diapositive

Hoofd-kenmerken

  • Theocentrisme (God/het geloof staat centraal)​
  • Gemeenschapsgevoel (het individu is ondergeschikt aan de samenleving)​
  • Memento mori  Gedenk te sterven.                   (Het hiernamaals is belangrijker dan het heden.)​

Slide 5 - Diapositive

Christelijk Europa

  • Christelijk kerk breidde zich uit
  • Een erkende kerk in West-Europa: rooms-katholieke kerk
  • Geestelijke literatuur werd belangrijk
  • Kunst had religieuze bedoeling

Slide 6 - Diapositive

In het Midden-Oosten kwam de Islam op
In het Midden-Oosten kwam de Islam op.
In het Midden-Oosten kwam de Islam op.

Slide 7 - Diapositive

Culturele context
Wereldlijke cultuur (adel, ridders, stad)
Geestelijke cultuur (religieus, kerk)


Slide 8 - Diapositive

Geestelijkheid
  • Reguliere geestelijkheid (monniken en nonnen)

  • Wereldlijke geestelijkheid (paus, bisschoppen, pastoor)

Slide 9 - Diapositive

Europa reageerde hierop met de kruistochten.

Slide 10 - Diapositive

Standen-
maatschappij

1. Geestelijkheid
2. Adel
3. Boeren en vissers (later ook burgers)

Slide 11 - Diapositive

Feodale systeem
  • Koning (= leenheer) > leende land uit om beschermen/besturen 
  • Adel (= leenmannen/vazallen) > trouw zweren aan leenheer
  • Maar, zij leenden het land zelf ook weer uit 
  • Achterleenmannen
  • Op het land werkten de boeren

Slide 12 - Diapositive

Hoofsheid
Voorbeeld wereldlijke cultuur

Gedragsregels, beschaafde omgangsvormen, zelfbeheersing

In literaire teksten speelt hoofse liefde belangrijke rol

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Literaire ontwikkelingen

Slide 15 - Diapositive

Teksten en schrijvers (1)

  • Boekdrukkunst nam handschriften/manuscripten over
  • Schrijvers vaak onbekend:                               1. werkten in opdracht (mecenas = opdrachtgever)                                                               2. Er was een theocentrisch wereldbeeld waarin God centraal stond en de auteur zichzelf zag als instrument van God.
  • 3 literaire milieus: hovelingen, stedelingen, geestelijken

Slide 16 - Diapositive

Teksten en schrijvers (2)

  • Middelnederlandse teksten vooral vertaald/bewerkt
  • Originaliteit niet van belang
  • Voorleescultuur zorgde voor rijmende teksten
  • Doel teksten:                                                                -didactisch (onderwijzend, je leert van de verhalen) en                                                                    -amuserend (vermaak).

Slide 17 - Diapositive

De orale traditie, ookwel voorleescultuur, werden voorgedragen door rondtrekkende jongleurs.​ Manuscripten waren duur en voor de elite bestemd.​

Slide 18 - Diapositive

Ridderromans
  • Werd voorgedragen voor een publiek van vorsten en ridders. Zij konden zich identificeren met de verhalen over moed, trouw en avontuur.
  • Educatief voor jonge ridders
  • Vermakelijk door spannende verhalen
  • In traditie heldenepos
  • Twee categorieën: Karelepiek en hoofse romans (o.a. Arturromans)

Slide 19 - Diapositive

Karelepiek
  • Verhalende teksten over Karel de Grote
  • Centraal: 1. Strijd tegen heidenen (Mohammedanen, ongelovigen) 
  • Centraal: 2. Spanningen binnen het feodale systeem door opstandige vazallen. 

Gedrag van de held:
  • Trouw aan de eigen groep (leenheer) is van belang, trouw aan het grondgebied dat moet worden verdedigd of veroverd en strijd tegen het kwaad. 
  • Het gebruik van geweld is vanzelfsprekend.
  • Vrouwen worden slecht behandeld.

  • Voorbeelden: Roelandslied, Karel en de Elegast.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

In Karel en de Elegast is er een betrouwbare vertelinstantie. Dit is een verteller die de gebeurtenissen en informatie in een verhaal op een consistente, geloofwaardige en waarheidsgetrouwe manier presenteert. Dit betekent dat de lezer erop kan vertrouwen dat wat de verteller vertelt, niet misleidend of onjuist is. 
Een auctoriale verteller is vaak alwetend en staat boven het verhaal. De verteller weet alles over de personages, hun acties, motieven en gedachten en presenteert deze zonder tegenstrijdigheden. De auctoriale vertelinstantie richt zich direct tot de lezer of toehoorder en kan ingrijpen in het verhaal of vooruitlopen op gebeurtenissen. Een betrouwbare verteller maakt expliciet duidelijk dat hij de waarheid vertelt. Bijvoorbeeld in Karel ende Elegast, waar de verteller zegt: "Ik kan u een betrouwbaar en volstrekt waar verhaal vertellen. Luister ernaar" (regelnummers 1-2). De verteller geeft geen tegenstrijdige informatie en blijft trouw aan het perspectief en de feiten die hij presenteert. De verteller probeert niet bewust de lezer te misleiden of te beïnvloeden door ironie, halve waarheden of verborgen agenda’s. In verhalen zoals Karel ende Elegast wordt een betrouwbare vertelinstantie vaak gebruikt om het publiek te overtuigen van de authenticiteit van het verhaal, wat belangrijk was in een cultuur waarin mondelinge overlevering centraal stond.
Karel ende Elegast bekendste voorbeeld Karelepiek

Slide 22 - Diapositive

Arturroman: Ridders en koning Artur zijn de helden

Slide 23 - Diapositive

Arturroman
  • Is een hoofse roman
  • Centraal staat het ontdekken van de identiteit van de hoofdpersoon.
  • Hij richt zich op de ander: de geliefde
  • De held toont tedere gevoelens voor de vrouw
  • Helden: ridders van koning Artur
  • De ridders gaan (ergens) op avontuur (queeste).  Ze ontmoeten reuzen, draken, dwergen en woeste onthoofde ridders. 
  • Voorbeelden: Walewein

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Dierenepos
  • Afspiegeling mensenwereld
  • Satire/bespotting
  • Kritiek op de maatschappij
  • Voorbeeld: Van den vos Reynaerde

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Aanspreekvormen
In Van den vos Reynaerde worden de dieren vaak op formele, ridderschappelijke wijze aangesproken, wat past bij de middeleeuwse hoofse cultuur. Enkele kenmerken van de aanspreekvormen:

Titelgebruik: Dieren spreken elkaar aan met titels als "Heer" (bv. "Heer Cuwaert" voor de haas) om status te benadrukken.
Familierelaties: Termen als "neve" (neef) worden gebruikt voor verwantschap, zoals Reynaert die zijn mededieren soms zo noemt – vaak ironisch, aangezien hij ze bedriegt.
Ironie en spot: Formele aanspraak contrasteert met het gedrag. Bijvoorbeeld, Reynaert spreekt koning Nobel beleefd aan als "mijn heer de koning" terwijl hij hem manipuleert.
Deze stijl versterkt de satire op feodale hiërarchieën.



Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Lien

Slide 30 - Lien

Slide 31 - Lien