Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Brandwonden
Slide 1 - Diapositive
Oorzaken van brandwonden
Slide 2 - Carte mentale
Wat is het verschil tussen een eerstegraads brandwond en een tweedegraads brandwond?
A
De plek van de brandwond
B
De grootte van de brandwond
C
De diepte van de brandwond
D
De oorzaak van de brandwond
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Diapositive
Dit is een ........graads brandwond
A
eerste
B
tweede
C
derde
Slide 5 - Quiz
Welke brandwonden doen het minste pijn?
A
eerstegraads
B
oppervlakkig tweedegraads
C
diep tweedegraads
D
derdegraads
Slide 6 - Quiz
Derdegraads brandwonden
Slide 7 - Diapositive
De ernst van de brandwond wordt niet alleen bepaald door de diepte, maar ook door grootte van de brandwond.
Waarom is een grotere brandwond gevaarlijker?
Slide 8 - Question ouverte
Wanneer een volwassenen één hele arm verbrand heeft, hoeveel procent van het lichaam is dan verbrand?
A
3%
B
9%
C
12%
D
18%
Slide 9 - Quiz
Regel van 9
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Naast diepte en grootte is ook de plek van de brandwond bepalend voor de ernst. Noem minimaal twee plekken waar brandwonden meer kans op blijvende beperkingen geven.
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Diapositive
Water, de rest komt later!
Wat is waar over het koelen van brandwonden?
A
Het beste is water kouder dan 8 graden Celcius.
B
Liever vies water dan geen water.
C
Minimaal 5 minuten koelen.
D
Kleren die over de brandwond zitten, eerst uittrekken.