Révision unité 6

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Grammaire
  • de ontkenning (ne ... pas)
  •  het bijvoeglijk naamwoord (une fille sportive)

Slide 2 - Diapositive

De ontkenning
Léa habite à Paris, Luc n'habite pas à Paris.
Léa woont in Parijs. Luc woont niet in Parijs.

  • ne..pas = niet of geen 
  • ne...pas staat om de persoonsvorm heen (bril)
  • de persoonsvorm is vaak het eerste werkwoord in de zin
  • persoonsvorm met klinker / stomme h : ne...pas --> n'...pas

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

De ontkenning
Elle a un chien.  
Zij heeft een hond.

Elle n’a pas de chien.
Zij heeft geen hond.

  • ontkenning in de zin: un / une -->  de

Slide 5 - Diapositive

De ontkenning
Tu as mangé des frites.
Jij hebt friet gegeten.

Tu n’as pas mangé de frites.
Jij hebt geen friet gegeten.

  • ontkenning in de zin: du / de la/ de l’ / des --> de

Slide 6 - Diapositive

Kies het antwoord waarbij de ontkenning goed is gebruikt.
Ils ont mangé?
A
Non, Léa et Luc n'ont pas mangé.
B
Non, Léa et Luc ne ont pas mangé.

Slide 7 - Quiz

Kies het antwoord waarbij de ontkenning goed is gebruikt.
Tu as un frère?
A
Non, je n'ai pas un frère.
B
Non, je n'ai pas de frère.

Slide 8 - Quiz

Kies het antwoord waarbij de ontkenning goed is gebruikt.
Tu prends de la salade?
A
Non, je ne prends pas de la salade.
B
Non, je ne prends pas de salade.

Slide 9 - Quiz

Kies het antwoord waarbij de ontkenning goed is gebruikt.
Elle a regardé le match?
A
Non, elle n'a pas regardé le match.
B
Non, elle ne a pas regardé le match.

Slide 10 - Quiz

Kies het antwoord waarbij de ontkenning goed is gebruikt.
Ça va?
A
Non, ne ça va pas.
B
Non, ça ne va pas.

Slide 11 - Quiz

Geef ontkennend antwoord.
Il mange une pizza? Non, il ....

Slide 12 - Question ouverte

Geef ontkennend antwoord.
Elle a une soeur? Non, elle ...

Slide 13 - Question ouverte

Geef ontkennend antwoord.
Tu a regardé le film? Non, je ...

Slide 14 - Question ouverte

Geef ontkennend antwoord.
Vous prenez du fromage?
Non, nous ...

Slide 15 - Question ouverte

Geef ontkennend antwoord.
Elle est arrivée à sept heures?
Non, elle ...

Slide 16 - Question ouverte