1V KO les 20
1 / 10
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Kenmerken van het Latijn:
In het Latijn zijn geen …-woorden. Wat moet je op de puntjes invullen?
In het Latijn zijn geen …-woorden. Wat moet je op de puntjes invullen?
Slide 2 - Question ouverte
De persoonsvorm staat vaak (waar?) in een Latijnse zin.
Slide 3 - Question ouverte
'habitare' betekent 'wonen'.
de uitgang -t betekent 'hij/zij'
de uitgang -nt betekent 'zij' meervoud
Wat betekent 'habitat'?
de uitgang -t betekent 'hij/zij'
de uitgang -nt betekent 'zij' meervoud
Wat betekent 'habitat'?
Slide 4 - Question ouverte
Je kan aan de … (?) van een Latijnse persoonsvorm zien wat het onderwerp is. Wat moet er op de puntjes staan?
Slide 5 - Question ouverte
Slide 6 - Diapositive
Waar woonden Pyramus en Thisbe?
Slide 7 - Question ouverte
Welk beroemd verhaal van William Shakespeare is geïnspireerd op de mythe van Pyramus en Thisbe?
Slide 8 - Question ouverte
Welk kledingstuk verloor Thisbe?
Slide 9 - Question ouverte
Welke metamorfose vindt er plaats in de mythe van Pyramus en Thisbe?
