5V Thema 4 DNA basisstof 7 les 11

Biotechnologie
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Biotechnologie

Slide 1 - Diapositive

T
U
Leu
A
U
Pro

Slide 2 - Diapositive

Opdracht 46

Slide 3 - Diapositive

Biotechnologie
Biotechnologie is verzamelnaam voor technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten voor mensen te maken.

Bijvoorbeeld opbrengstverhoging door: 
- veredeling: kruisen - selecteren
- polyploïdie (wel mitose, geen cytokinese) m.b.v. colchicine
- laboratoriumtechnieken zoals weefselkweek en ivf

Slide 4 - Diapositive

Klassieke biotechnologie
Biotechnologie wordt al heel lang door mensen gebruikt:
- gist (bier, brood)
- kaas
- veredeling (selecteren en kruisen)

Slide 5 - Diapositive

Moderne biotechnologie
Nieuwe technologiën onstaan snel:
- Klonen (vanaf 1980 'Dolly')
- Genetische manipulatie
    > Recombinant DNA-techniek
        Zalm (groei), Muis (oor)
    > Organen kweken 
        aap met varkenshart, kweekvlees
    > Gentherapie
        CRISPR-CAS9

Slide 6 - Diapositive

Kloneren
Na verkijgen van gunstig genotype kunstmatig zorgen voor nakome-lingen die allemaal hetzelfde geno-type hebben, noemt men kloneren.

- Bij planten: weefselkweek, stekken
- Bij dieren: embryosplitsing, celkerntransplantatie 

Slide 7 - Diapositive

Stekken
Stekken is het kunstmatig maken van identieke kopieën van een organisme.  

 Stekken van een plant zijn de klonen van de moeder.


Slide 8 - Diapositive

Bij dieren
 2 manieren:
- Embryosplitsing
- Celkerntransplantatie

Slide 9 - Diapositive

Klonen: embryosplitsing
Uit een eicel ontstaat een klompje cellen.

Deze wordt gesplitst in kleinere klompjes cellen.

Slide 10 - Diapositive

Die klompjes cellen worden in de baarmoeder van b.v een koe geplaats. Hier groeit een kalf uit. Dit zijn de klonen.

Voor gunstige eigenschappen!


Slide 11 - Diapositive

Celkern-
transplantatie

2 cellen: een eicel van een dier en een lichaamscel van een ander dier van dezelfde soort. 

De lichaamscel komt van een donor ('gever') met bekende erfelijke eigenschappen. Het doel is om klonen te krijgen die allemaal die erfelijke eigenschappen hebben.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Genetische modificatie 
Eigenschappen van organismen worden veranderd door een nieuw gen in te brengen of genen te wijzigen

Genetisch gemodificeerd organisme:
- cisgenese: DNA afkomstig van organisme van dezelfde soort
- transgenese: DNA afkomstig van organisme van een andere soort 

Slide 14 - Diapositive

Moleculaire technieken
Technieken:
- Recombinant-DNA-techniek: inbouwen van DNA gebruik makend van bacteriën of virussen
- Gebruik van anti-sense DNA of RNA-i
- Knock-out muis

Slide 15 - Diapositive

Recombinant-DNA-techniek (benodigdheden)
Benodigde enzymen:
  • restrictie-enzymen: vrijmaken van DNA-fragmenten
  • DNA-ligase: toegevoegde DNA-fragmenten en sticky ends aan elkaar plakken 
  • reverse transcriptase: synthese van DNA a.h.v. ingebracht RNA (bv copyDNA techniek voor inbouw in virussen/bacteriën) 

Slide 16 - Diapositive

Restrictie-enzym
  • restrictie-enzym knipt DNA fragmenten uit DNA beide soorten
  • DNA-ligase plakt sticky ends aan elkaar

Slide 17 - Diapositive

Recombinant-DNA-techniek
1. plasmide wordt m.b.v. restrictie-enzymen opengeknipt.
2. stuk DNA met het insuline gen wordt uit het menselijke DNA geknipt en m.b.v. ligase in  plasmide geplakt.
3. plasmiden worden opgenomen door bacteriën en door deling ontstaan miljoenen bacteriën met het gerecombineerde plasmide.
4. bacterie is transgeen geworden door genetische modificatie.

Slide 18 - Diapositive

Recombinant-DNA-techniek
Recombinant-DNA-techniek

Slide 19 - Diapositive

Genetische modificatie met virus
- DNA of RNA als erfelijk materiaal met daar omheen een eiwit-mantel
- Veel kleiner dan bacteriën: 0,1 um
- Vermeerderen via specifieke cellen door aan oppervlakte-eiwit te hechten en DNA/RNA naar binnen te laten
- DNA van DNA-virus direct in celkern
- Bij RNA-virus: reverse transcriptase

Slide 20 - Diapositive

Virale infectie

Slide 21 - Diapositive

Reverse transcriptase = 
enzym uit virus
cDNA bevat gewenste gen en  wordt geplaatst in plasmide of virus 

Slide 22 - Diapositive

complementair of copy DNA (cDNA)
  • Verkregen door mRNA dat codeert voor een eiwit m.b.v. reverse transcriptase om te zetten naar enkelstrengs DNA
  • Vervolgens DNA dubbelstrengs maken door tweede streng DNA ertegen te maken m.b.v. DNA polymerase ---> copyDNA

Dit cDNA inbrengen in een plasmide of in een virus

Slide 23 - Diapositive

 Gebruik van antisense-DNA
Vorming van complementair mRNA waardoor translatie niet meer kan plaats vinden --> geninactivering 

Toepassing: 
- onderzoeken functie van een gen
- uitschakelen expressie van een ziekteverwekkend gen 

Slide 24 - Diapositive

geninactivering dmv antisense-DNA

Slide 25 - Diapositive

stukje gen resistentie tegen antibioticum

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Wat is de verzamelnaam van technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten te maken voor de mens?
A
DNA- recombinant techniek
B
Genetische modificatie
C
Biotechnologie
D
Klonen

Slide 28 - Quiz

Het toevoegen van gist in brood om het luchtig te maken is:
A
klassieke biotechnologie
B
geen biotechnologie
C
recombinant-DNA-techniek
D
moderne biotechnologie

Slide 29 - Quiz

wat is transgeen?
A
klassieke biotechnologie
B
er is geen trans aanwezig
C
een genetisch gemodificeerd dier
D
genetische modificatie

Slide 30 - Quiz

Bij de productie van bier en zuurkool wordt biotechnologie toegepast
A
Ja
B
Nee

Slide 31 - Quiz


Wat wordt er gedaan bij recombinant-DNA-techniek?
A
Met behulp van bacteriën wordt van melk yoghurt gemaakt.
B
In het DNA van een organisme wordt nieuwe erfelijke informatie aangebracht.
C
Door het gebruik van gisten wordt brood, bier en wijn bereid.
D
Nieuwe klonen worden gemaakt van gunstige organismen.

Slide 32 - Quiz

DNA-manipulatie
Gentherapie is het inbrengen van genetisch materiaal in (menselijke) cellen in het kader van een geneeskundige behandeling. Bij erfelijke aandoeningen hoopt men dat dit genetisch materiaal kan dienen om een ziekte die ontstaat door een niet goed functionerend gen te genezen door een 'gezond' gen toe te voegen.

Slide 33 - Diapositive

Argumenten voor:

- producten kunnen goedkoper worden
- hogere opbrengsten in de landbouw (minder honger)
- milieuvriendelijkere gewassen
- medicijnen tegen ziektes

Argumenten tegen:

- mens heeft het recht niet om te knippen en plakken met genen van andere organismen
- maken van nieuwe soorten gaat tegen natuur in
- Angst voor schade van gemodificeerde organismen in de natuur 

Slide 34 - Diapositive

Toepassingen genetische modificatie
Geneesmiddelen, vaccins, verbeterde wasmiddelen, houtpulp, resistente landbouwgewassen (bv. bestand tegen ziekten, kan tegen weinig water, bevat extra vitamines)

Slide 35 - Diapositive

Genetisch gemodificeerde rijst
Deze ggo-rijst heeft een hoger proVitamineA-gehalte en kan worden ingezet tegen het vitamine A-gebrek in Azië, een kwaal waar veel kinderen aan lijden. 
Per jaar worden wereldwijd 500.000 kinderen blind door een gebrek aan vitamine A en de helft van hen sterft binnen het jaar. 

De gouden rijst zou in 2013-2014 verwacht worden in de Filippijnen. 

Nadeel is dat er nog niet genoeg onderzoek is gedaan naar het effect op de omgeving, biodiversiteit en de overname van natuurlijke zaden door kunstmatige zaden.


Slide 36 - Diapositive

Barcoding
DNA-verschillen tussen soorten worden met 
barcoding in kaart gebracht.
Hierbij gaat het om coderende delen.

Om individuen te onderscheiden van elkaar worden juist vaak niet-coderende delen gebruikt.

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Vidéo