Biologie examentraining hoofdstuk 3 -tm 3.11 bloemen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Biologie

Examen training hoofdstuk 3

instructie lever

• groot bruin orgaan (na de huid het grootste orgaan)
• bevindt zich direct onder het middenrif, soort vlies dat scheidt de borstholte (met hart en longen) van de buikholte (verteringsorganen)

functies nieren /urinewegen

- uitscheiding overtollig water

overtollige zouten, afvalstoffen

(ureum) en schadelijke stoffen

dit heet urine

samenstelling wisselend 

afhankelijk van inwendig milieu

dwarsdoorsnede van nier

nierschors/niermerg; vorming urine

nierbekken; verzamelen urine

urineleiders; afvoer urine -> blaas

urineblaas; tijdelijke opslag

urinebuis; afvoer urine -> plassen

sluitspier; zo blijft urine tijdelijk in blaas

nierslagader; bloed van aorta naar nier

nierader; gezuiverd bloed  ->onderste holle ader

hoofdstuk 3 - 3.3 skelet dieren

- 3.4 zool-, teen-, hoefgangers

- 3.4 zool-, teen-, hoefgangers

Onderdelen plantencel

14 keer de lichaamslengte

- 3.5 aanpassingen om voedsel te verteren

- 3.6. aanpassingen bij vogels

Amfibieën

Amfibieën veranderen tijdens hun leven niet alleen van uiterlijk, maar ook van ademhalingsorgaan. In het eerste deel van hun leven lijken amfibieën op vissen. De jonge kikkers (kikkervisjes) leven in het water en halen adem met kieuwen. Ook nemen ze door de huid zuurstof op uit het water.

Volwassen amfibieën leven in het water en op het land. Volwassen kikkers hebben poten, hun staart is verdwenen en er zijn longen ontstaan  Ze halen adem met de longen en door de huid.

Insecten

Een insect heeft buisjes in zijn lichaam. Die buisjes heten tracheeën. Ze hebben een open verbinding met de buitenlucht. Door de tracheeën gaat lucht naar alle delen van het insect. De zuurstof gaat dan gelijk van de lucht naar de weefselvloeistof en daarna naar de cellen. In de cellen vindt verbranding plaats. Hierdoor ontstaat koolstofdioxide. Het koolstofdioxide wordt via de weefselvloeistof afgegeven aan de lucht in de tracheeën.

In de huid van een insect zitten openingen die naar de tracheeën gaan. Zo’n opening heet stigma.

Stigma’s zitten meestal in het achterlijf van een insect. Als je een bij ziet zitten, trilt zijn achterlijf. Hierdoor stroomt er lucht in en uit de stigma’s. Vanaf de stigma’s stroomt de verse lucht door de tracheeën. Zo halen insecten adem.

Tracheeën

Stigma

- 3.7 - hoe halen dieren adem?

Hoe vervoeren insecten stoffen?

• Het bloed vervoert de voedingsstoffen en de afvalstoffen
• 1 groot bloedvat
• Aan de achterkant het hart: een aantal kamers achter elkaar
• Samentrekken : bloed stroomt van achter naar voren
• Bloedvat eindigt in de kop
• Uit het bloedvat en stroomt vrij door het lichaam(open bloedsomloop)

- 3.8. hoe vervoeren dieren stoffen door hun lijf?

- 3.9 - hoe planten dieren zich voort?

- 3.9 - hoe planten dieren zich voort?

- 3.9 - hoe planten dieren zich voort?

- 3.10 - aanpassingen bij planten

- 3.11 - insecten- en windbloemen

Stempel, stijl vruchtbeginsel

Meeldraden

- 3.12 - bloemen

- 3.12 - bloemen

b.     3, 4 en 5 samen =stamper.

c.     7 en 8 samen = meeldraad

- 3.12 - bloemen

Fotosynthese

transport in de plant

van de wortels, door de stengels, tot in de blaaderen lopen vaatbundels.  

-bastvaten (liggen aan de buitenkant van de stengel en vervoeren water met opgeloste suiker naar beneden)

- houtvaten ( vervoeren water met opgeloste mineralen omhoog)

Vruchten en zaden

- 3.12 - bloemen

huiswerk - examentraining

- Oefen examens maken.

- samenvatting boek doornemen

Dank jullie wel voor jullie aandacht!