Hoofdstuk 1 Paragraaf 3 Stroomsterkte en spanning meten

Hoofdstuk 1 Paragraaf 3 stroomsterkte en spanning meten
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 1 Paragraaf 3 stroomsterkte en spanning meten

Slide 1 - Diapositive

Herhaling
stroomsterkte en spanning
serie en parallel

Slide 2 - Diapositive

Een lampje is in serie geschakeld met een schakelaar. De stroomkring is onderbroken. Henri trekt de conclusie dat het lampje brandt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Twee lampen zijn parallel geschakeld.
Welke uitspraken zijn waar?
Waar
Niet waar
De lampen gebruiken dezelfde spanningsbron
De lampen gebruiken dezelfde spanningsbron
De lampen zitten in 1 stroomkring
De lampen zitten in verschillende stroomkringen

Slide 4 - Question de remorquage

Een lampje is in serie geschakeld met een schakelaar. De stroomkring is gesloten. Dani trekt de conclusie dat het lampje brandt

Is deze conclusie juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Leerdoelen
1.3.1 Je kunt stroomsterkte meten met een stroommeter.
1.3.2 Je kunt benoemen op welke plaats in een schakeling je een stroommeter moet plaatsen.
1.3.3 Je kunt spanning meten met een spanningsmeter.
1.3.4 Je kunt benoemen op welke plaats in een schakeling je een spanningsmeter moet plaatsen.

Slide 6 - Diapositive

Elektrische stroom meten
 De hoeveelheid stroom die door een stroomkring loopt noem je de stroomsterkte.

 De eenheid van stroomsterkte is ampère.

 Daarom wordt een stroommeter ook wel ampèremeter genoemd. 

Ampère kun je verkort schrijven als het symbool A.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Elektrische spanning meten
Bij een spanningsbron kun je meten hoe groot de spanning is. 
Dat doe je met een spanningsmeter. De eenheid van spanning is volt en het symbool is V. 

Een spanningsmeter wordt vaak een voltmeter genoemd.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Huiswerk
Werkboek:
bladzijde 33 opgave 1
bladzijde 37 opgave 2
bladzijde 42&43 opgave 3,4,5

Slide 14 - Diapositive

Bekijk de stroommeter.

Welke stroomsterkte geeft de meter aan?

Slide 15 - Question ouverte

Hoeveel geeft de spanningsmeter aan?

Slide 16 - Question ouverte

Is de stroommeter juist aangesloten?
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz