Orthopedagogiek - Les 5 (leerproblemen dyslexie + dyscalculie)

Orthopedagogiek
Lesplanning:

- Terugblik vorige les
- Instructie dyslexie + dyscalculie
- Zelfstandig werken
 
 
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
orthopedagogiekMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Orthopedagogiek
Lesplanning:

- Terugblik vorige les
- Instructie dyslexie + dyscalculie
- Zelfstandig werken
 
 

Slide 1 - Diapositive

Opgroeien als KOPP/KOV kan verschillende gevolgen hebben, wat klopt er niet?
A
Geleerd hebben om eigen grenzen aan te geven
B
Vaker mantelzorger zijn als volwassene
C
Moeite met het aangaan van relaties
D
Meer kans op psychische problemen

Slide 2 - Quiz

Noem een voorbeeld van een systeem waarin jij opgroeit

Slide 3 - Question ouverte

Waar moet je op letten bij het opstellen van een familieopstelling?

Slide 4 - Question ouverte

Welke leerproblemen/leerstoornissen kan je tegenkomen als je werkt in het (speciaal) onderwijs?

Slide 5 - Carte mentale

Orthopedagogiek binnen het (speciaal) onderwijs
Diverse leerproblemen kom je tegen wanneer je werkt in het (speciaal) onderwijs. Denk aan:

- Dyslexie
- Dyscalculie
- NLD (non verbal learning disabilities) 
- TOS (taalontwikkelingsstoornis)
- Faalangst

Deze week dyslexie & dyscalculie, volgende week de anderen.

Slide 6 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les weet je wat dyslexie & dyscalculie inhoudt
Aan het einde van de les kun je kenmerken benoemen bij deze leerstoornissen
Aan het einde van de les kun je een samenvatting geven van deze leerstoornissen
Aan het einde van de les kun je deze leerstoornissen herkennen en bij de juiste begrippen plaatsen



Slide 7 - Diapositive

Wat weet je al over dyslexie?

Slide 8 - Carte mentale

Wat is dyslexie?
“Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of het spellen op woordniveau.”

ls aan de volgende twee criteria wordt voldaan, spreken we volgens de SDN van dyslexie:
1. Het vaardigheidsniveau van lezen op woordniveau en/of spelling ligt onder niveau wat verwacht kan worden binnen de persoon.
2. Het probleem in het aanleren en toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau blijft bestaan, ook er veel ondersteuning en hulp geboden is.

Slide 9 - Diapositive

Kenmerken dyslexie
Verschil horen tussen klanken
E, EU, UI, A
Klanken in volgorde zetten
Dorp, drop 12/21 
Onthouden van losse gegevens
Rijtjes, woorden en jaartallen
Onthouden van..
gezegdes, uitdrukkingen of woordcombinaties
Aanleren van reeksen
Tafels of spellingsregels

Slide 10 - Diapositive

Vormen van lezen

  •  Anticiperend lezen: radend lezen, scannend lezen, waarbij er wordt gekozen voor woorden die in de context passen. Er wordt bijvoorbeeld ‘poes’ gelezen, als er ‘kat’ staat.

  •  Gokkend lezen: Bij onvoldoende leestechniek slaat
het raden om in gokken en passen de woorden niet in de context: er wordt bijvoorbeeld ‘zwart’ gelezen in plaats van ‘zwaan’.

  • Spellend lezen: er wordt letter voor letter gelezen. 

Slide 11 - Diapositive

Hoe wordt dyslexie vastgesteld?
  • Diagnostisch onderzoek uitgevoerd door psycholoog of orthopedagoog
  • Diagnose gesteld door GZ-psycholoog

Lees- en spellingtoetsen worden afgenomen
Intelligentietest wordt afgenomen
Verklaringen gezocht voor achterstand - wel / geen dyslexie

Slide 12 - Diapositive

Bijkomende problemen
  1. Moeite met automatiseren (te merken tijdens rekenles)
  2. Korte termijn geheugen en werkgeheugen werkt anders (minder zaken tegelijk onthouden)
  3. Bij lezen van teksten moeilijk hoofd- en bijzaken onderscheiden
  4. Lastig, moeilijk, teruggetrokken of anders afwijkend gedrag in de klas

Herkent iemand deze zaken vanuit een eigen situatie of van iemand uit de omgeving? Of kan je aanvullen?

Slide 13 - Diapositive

2

Slide 14 - Vidéo

01:44
Wat vind je ervan hoe deze leerlingen zich voelen? Hoe zou jij met deze gevoelens omgaan?

Slide 15 - Question ouverte

06:18
Wat vind je van de oplossingen die er door de leerlingen geboden worden?

Welke zou jij zelf als begeleider ook toe willen passen?

Slide 16 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen dyslexie en dyscalculie?

Slide 17 - Question ouverte

Dyscalculie

Slide 18 - Diapositive

Wat is dyscalculie? 
Dyscalculie betekent letterlijk ‘niet kunnen rekenen’. Het is net als bij dyslexie in feite een andere term
voor ernstige en hardnekkige problemen bij het aanleren van bepaalde schoolse vaardigheden.

 In dit geval zijn dat problemen met het leren oproepen en toepassen van reken- en
wiskundekennis. 

Ongeveer 3-4% van de kinderen heeft in meer of mindere mate last van dyscalculie

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Dyscalculie?!
Het cijfer drie wordt op verschillende manieren opgeslagen in de hersenen:
- Het woord drie;
- Het cijfer 3;
- De hoeveelheid 3.

Deze drie aspecten bevinden zich in drie verschillende hersengebieden. 

Waar gaat het mis?!

Slide 21 - Diapositive

Bijkomende problemen
  1. Vaak een lager werktempo
  2. Moeite om informatie te ordenen en organiseren
  3. Andere werking van geheugen (net als bij dyslexie)
  4. Moeite met plannen (slecht tijdsbesef)
  5. Sociaal-emotionele problemen

Hoe zou jij hier als begeleider mee om willen gaan?

Slide 22 - Diapositive

Aan de slag! 
Maken Forms 'test jezelf dyslexie/dyscalculie', wordt gedeeld via een opdracht in Teams

Daarna verder met uitwerken portfolio opdracht 2.

Slide 23 - Diapositive