les 12 herhaling drogredenen

5H herhaling drogredenen
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

5H herhaling drogredenen

Slide 1 - Diapositive

Drogreden
  • Een drogreden is een reden of redenering die niet klopt, maar wel aannemelijk lijkt. 
  • Veelvoorkomend in discussies, maar ook wel in andere situatie, zoals geschreven teksten.

Slide 2 - Diapositive

Drogreden
  • Je leert drogredenen herkennen en benoemen om zwakke plekken in argumentaties te kunnen vinden.
  • Argumentatie maakt onderdeel uit van het CE. 

Slide 3 - Diapositive

Drogreden
  1. onjuist gebruik van een argumentatieschema
  2. overtreding discussieregels

Slide 4 - Diapositive

Drogredenen 1: onjuist gebruik van een argumentatieschema
  1. oorzaak-gevolg
  2. kenmerk of eigenschap
  3. voor- of nadelen
  4.    ,,
  5. voorbeeld
  6. verkeerde vergelijking
  7. autoriteit
  1. onjuist beroep op oorzaak-gevolg
  2. onjuist beroep op kenmerk/eigenschap
  3. overdrijven van de voor- of nadelen
  4. vals dilemma
  5. overhaaste generalisatie
  6. verkeerde vergelijking
  7. onjuist beroep op het autoriteitsschema

Slide 5 - Diapositive

Drogredenen 2: overtreden van een discussieregel

  1. Persoonlijke aanval
  2. Ontduiken van de bewijslast
  3. Vertekenen van het standpunt
  4. Bespelen van het publiek
  5. Cirkelredenering

Hier gaan we morgen naar kijken.


Slide 6 - Diapositive

De onjuiste oorzaak-gevolgrelatie


Er wordt tussen twee zaken een oorzaak-gevolgrelatie gelegd, terwijl die er niet is.


Slide 7 - Diapositive

Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
'Sinds de jaren tachtig worden er computers gebruikt in het basisonderwijs. En sinds de jaren tachtig hebben kinderen minder parate kennis. Door het gebruik van computers op school hebben kinderen dus minder parate kennis.'

Vraag je af, bestaat hier wel een causaal verband?

Slide 8 - Diapositive

onjuist beroep op kenmerk/eigenschap

Als aan een bepaald kenmerk veel betekenis wordt toegekend terwijl diverse andere relevante kenmerken worden genegeerd, is er sprake van een onjuist gebruik van het kenmerk- of eigenschapsschema.



Slide 9 - Diapositive

onjuist beroep op kenmerk/eigenschap

  • Zij draagt altijd zwart, ze zal wel depressief zijn.
  • Hij heeft veel tattoos, hij zal wel een holigan zijn.
  • Hij kletst veel, hij zal wel lui zijn.
  • (vooroordelen)

Slide 10 - Diapositive

Overdrijven van voor- of nadelen

Als de gevolgen van een handeling heel erg worden overdreven, is dat een onjuist beroep op het voordelenschema of het nadelenschema.

Slide 11 - Diapositive

Overdrijven van voor- of nadelen

Als jij je kamer nou eens opruimt dan ben je nooit meer je sokken kwijt en kan je 's ochtends een kwartier langer uitslapen.

Slide 12 - Diapositive

Vals dilemma
Er lijken maar twee, elkaar uitsluitende, mogelijkheden te zijn.

  • Als jij niet naar Spanje op vakantie wil, dan gaan we gewoon helemaal niet op vakantie.’

Slide 13 - Diapositive

Vals dilemma
Er lijken maar twee, elkaar uitsluitende, mogelijkheden te zijn.

  • 'De wetenschap kan het ontstaan van graancirkels niet goed verklaren, dus graancirkels zijn het werk van aliens.' 

Slide 14 - Diapositive

Vals dilemma
Er lijken maar twee, elkaar uitsluitende, mogelijkheden te zijn.

  • 'De wetenschap kan het ontstaan van graancirkels niet goed verklaren, dus graancirkels zijn het werk van aliens.' 

Slide 15 - Diapositive

De overhaaste generalisatie 
(onjuist beroep op voorbeeldschema)
Op grond van een of een enkel voorval wordt er een conclusie getrokken die voor alle gevallen geldt.

Mijn opa dronk elke dag een paar glazen jenever en is 98 jaar geworden, alcohol drinken is dus helemaal niet ongezond. 

Slide 16 - Diapositive

Overhaaste generalisatie
'Hardlopen is helemaal niet gezond. Bij de marathon van vorige week is een man in elkaar gezakt en ter plekke overleden aan een hartaanval.'

Slide 17 - Diapositive

De verkeerde vergelijking
Je vergelijkt onterecht twee zaken met elkaar.
  
Volgens de NS hoeft in de sprinter geen wc te zitten. In een bus zit die toch ook niet.

Slide 18 - Diapositive

Verkeerde vergelijking

'Het geschiedenisonderwijs kan beter worden afgeschaft. Wat gebeurd is, is gebeurd. Een versleten jas gooi je toch ook weg!'


Slide 19 - Diapositive

Verkeerd autoriteitsargument
Je voert iemand op die helemaal geen autoriteit is op het gebied van het onderwerp van de discussie.

Slide 20 - Diapositive

Verkeerd autoriteitsargument
'Ik weet zeker dat deze maaltijd gezond is, want dat heeft mijn kapper gezegd.'

Slide 21 - Diapositive

Online oefenen
Maak online planning 2
(Opdr. 2, 3 en 4 drogredenen)

Slide 22 - Diapositive