Week 4b Gesprekken 2.4 Werkoverleg

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Wat staat er op de planning?

Wat gaan we vandaag doen?

Resultaten van de toets Taalverzorging hfd. 3 bespreken.

2.4 Gesprekken Werkoverleg - Theorie in Nu Nederlands

                                                             - Opdracht vanuit school

Lichaamstaal - Werkoverleg

Je lichaamstaal bestaat uit:

• je houding
• je mimiek
• je gebaren
• oogcontact
  

Een werkoverleg voeren

Hoe doe je dat?

Filmpje van een werkoverleg

Daarna volgen er vragen (let op de namen!)

Met de kennis over hoe je een werkoverleg moet voeren, krijgen jullie straks de opdracht een werkoverleg te voeren (beoordeling O/V)

apps.noordhoff.nl

Wie leidt het gesprek?

1. Robin
2. Lieneke
3. Mandy
4. Sam

Is er een agenda bij dit werkoverleg?

1. Ja, die wordt aan het begin van de vergadering voorgelezen.
2. Min of meer, de voorzitter noemt wat hij wil bespreken en waarom.
3. Nee, de voorzitter valt gelijk met de deur in huis.

Wat voor werkoverleg is dit waarschijnlijk?

1. een dagelijks werkoverleg.
2. een wekelijks werkoverleg.
3. een maandelijks werkoverleg.

Wat is het doel van het overleg?

1. Problemen op het werk oplossen.
2. Werk verdelen en plannen.
3. Besluiten nemen over werkomstandigheden.

Waarover zijn afspraken gemaakt?

Mandy werkt de uitzendkrachten in

Lieneke werkt dinsdag op de afdeling reparatie.

Hoe wordt het werkoverleg afgesloten?

1. Met het verdelen van taken.
2. Met een rondvraag.
3. Met het maken van een besluitenlijst.

Opbouw van een werkoverleg

De opdracht

• Werk in een groepje van drie.
  
• Je krijgt de opdracht van je docent.
• Lees eerst de opdracht.
• Bereid de opdracht met elkaar voor: Wie is wie? Welke taken zijn mogelijk? Wat staat er op de agenda? Wie notuleert?
• Start het overleg.
• De notulist schrijft op Wie wat gaat doen
• Vul achteraf de checklist Werkoverleg en lever die bij bij in.
• Lever ook de notulen in.

Wat heb je
deze les geleerd?

Volgende week:

In groepjes een klachtgesprek voeren