to be & to have

Hello 1A!
What we are going to do today:
1. Nakijken huiswerk (10 min)
2. Uitleg to be & to have (15 min)
3. Werkbladen maken en nakijken to be & to have (30 min)

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hello 1A!
What we are going to do today:
1. Nakijken huiswerk (10 min)
2. Uitleg to be & to have (15 min)
3. Werkbladen maken en nakijken to be & to have (30 min)

Slide 1 - Diapositive

Aan het eind van de les:
Kennen we:
1. Het werkwoord: to be
2. Het werkwoord: to have

Slide 2 - Diapositive

to be = zijn
I am  =  ik ben
you are = jij bent
he/she/it is = hij/zij/het is
we are = wij zijn
you are = jullie zijn
they are = zij zijn

Slide 3 - Diapositive

Wat is 'to be' in het Nederlands?

Slide 4 - Question ouverte

ik ben

Slide 5 - Question ouverte

jij bent

Slide 6 - Question ouverte

zij is

Slide 7 - Question ouverte

hij is

Slide 8 - Question ouverte

het is

Slide 9 - Question ouverte

wij zijn

Slide 10 - Question ouverte

jullie zijn

Slide 11 - Question ouverte

zij zijn

Slide 12 - Question ouverte

I

Slide 13 - Diapositive

she

Slide 14 - Diapositive

he

Slide 15 - Diapositive

they

Slide 16 - Diapositive

it

Slide 17 - Diapositive

we

Slide 18 - Diapositive

ik ben niet
jij bent niet
hij/zij/het is niet
wij zijn niet
jullie zijn niet
zij zijn niet
I am not
you are not
he/she/it is not
we are not
you are not
they are not

Slide 19 - Diapositive

ben ik?
ben jij?
is hij/zij/het?
zijn wij?
zijn jullie?
zijn zij?
am I?
are you?
is he/she/it?
are we?
are you?
are they?

Slide 20 - Diapositive

to have = hebben
I have = ik heb
you have = jij hebt
he/she/it has = hij/zij/het heeft
we have = wij hebben
you have = jullie hebben
they have = zij hebben

Slide 21 - Diapositive

Page 31

Slide 22 - Diapositive