Les 10 BZT

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

BTZ Les 10
15 maart 2021

- terugblik vorige keer:

huiswerk: email herschrijven

- examen schrijven

EXAMEN SCHRIJVEN

- E-mails of brieven;

- Formulieren, korte berichten, advertenties;

- Artikelen, verslagen en werkstukken

Doel en publiek

Aantal woorden

Opdracht

Doel en tekstvorm

Tip: bij het examen krijg je duidelijk een doel opgegeven

PUBLIEK

Hou vast aan gekozen doel en publiek.

Niet eerst je en later u.

Samenhang

- herkenbare tekstindeling;

- herkenbare alineaopbouw;

- signaalwoorden en verbindingswoorden;

- een goed gekozen lay-out

Tip: Inleiding: maak je publiek nieuwsgierig met een verrassende openingszin of anekdote

ALINEAOPBOUW

Alineaopbouw: zinnen die bij elkaar horen. Zo bouw je een alina op:

- begin met de kernzin

- daarna schrijf je de rest: toelichting of voorbeeld

Signaalwoorden

Verbindingswoorden

Verbindingswoorden: zinnen aan elkaar plakken

hoewel, omdat, wanneer, als, indien, terwijl.

Vul de signaalwoorden in de juiste volgorde in: kies uit: bijvoorbeeld – eerst – omdat – bovendien – want – vervolgens.
1. Henk had een onvoldoende voor Engels, __________ hij Engels een moeilijke taal vindt.
2. Morgen wordt een zware dag ___________ ik moet rijexamen doen.
3. _________________ heb ik morgen een prove van bekwaamheid.
4. ___________________ heeft Sanne een iPhone gewonnen en ____________ won ze een reis naar Ibiza!
5. Als je graag wilt bijverdienen, kun je ________________ gaan afwassen in een restaurant.

Lay-out of opmaak

Verdeling van de tekst en afbeeldingen over de bladzijde

Tip: tijdens het examen wordt gelet op de juiste lay-out. Leer de lay-out van de meest voorkomende tekstsoorten.

Woordenschat en woordgebruik

- Variatie: gebruik synoniemen

- Wissel korte en lange zinnen af

- Spelling en leestekens: zie checklist blz. 74

Tip: tijdens het examen wordt je beoordeeld op je woordenschat. Je moet dus laten zien dat je veel woorden kent. Maar overdrijf niet. Het belangrijkste is dat de woordkeus op zijn plaats is.

Schrijfplan

Tip: Lees de opdracht goed door. Onderwerp, publiek en tekstvorm worden gegeven. Markeer de gegevens die je nodig hebt. Houdt de gegeven volgorde aan. Hou je aan het aantal woorden (marge 10%)

Correspondentie

- informele brief

- formele brief

- zakelijke e-mail

- sollicitatiebrief

- curriculum vitae

Huiswerk

- Studiemeter: werkwoordspelling - spelling - stijlkwesties - grammatica - woordenschat - beeldspraak

- Brief Intratuin