1.9 Identiteit en integratie

1.9 Identiteit en integratie
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

1.9 Identiteit en integratie

Slide 1 - Diapositive

Planning
Vorige les
Leerdoelen 1.9
Uitleg 1.9
Leerdoelen 1.9 controleren
Huiswerk

Slide 2 - Diapositive

Vorige les
Paragraaf 1.8 Migratiefactoren

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Lien

Wat voor soort migrant is Kelesoma Saloa?
A
Arbeidsmigrant
B
Klimaatvluchteling
C
Vluchteling

Slide 5 - Quiz

Waarom besloot Kelesoma Saloa van het eilandrijk Tuvalu te vertrekken?

Slide 6 - Question ouverte

Deze reden om te migreren noem je een:
A
Afstotingsfactor
B
Aantrekkingsfactor

Slide 7 - Quiz

Grote Oceaan

Slide 8 - Diapositive

Welke hindernis moest Kelesoma Saloa over om in Nieuw-Zeeland te komen?

Slide 9 - Question ouverte

Waarom is Kelesoma Saloa naar Nieuw-Zeeland gevlucht?

Slide 10 - Question ouverte

Deze reden om te migreren noem je een:
A
Afstotingsfactor
B
Aantrekkingsfactor

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Lien

Leerdoelen 1.9
Aan het einde van de les:
Weet je wat cultuur is.
Begrijp je wat identiteit en integratie met elkaar te maken hebben.
Weet je waardoor integratie van een bevolkingsgroep wordt bevorderd of belemmerd.

Slide 13 - Diapositive

Uitleg 1.9

Slide 14 - Diapositive

Wat betekent identiteit?

Slide 15 - Question ouverte

Identiteit
De cultuurkenmerken waarmee mensen zich onderscheiden van anderen.

Slide 16 - Diapositive

Wat betekent cultuur?

Slide 17 - Question ouverte

Cultuur
Allerlei kenmerken zoals opvattingen en gewoonten van een groep mensen, waarmee deze groep zich van andere groepen mensen onderscheidt.




Slide 18 - Diapositive

Wat zijn kenmerken van de Nederlandse cultuur?

Slide 19 - Carte mentale

Cultuur
Allerlei kenmerken zoals opvattingen en gewoonten van een groep mensen, waarmee deze groep zich van andere groepen mensen onderscheidt.
Zichtbaar en onzichtbaar.




Slide 20 - Diapositive

Welke kenmerken van de Nederlandse cultuur zijn zichtbaar?

Slide 21 - Question ouverte

Welke kenmerken van de Nederlandse cultuur zijn onzichtbaar?

Slide 22 - Question ouverte

 Nationale identiteit 
Je voelt je verbonden met het land waar je woont of waar je vandaan komt.

Slide 23 - Diapositive

Andere identiteiten
Lokale of regionale identiteit
Religieuze identiteit

Slide 24 - Diapositive

Identiteit
De cultuurkenmerken waarmee mensen zich onderscheiden van anderen.

Slide 25 - Diapositive

Wat betekent integratie?

Slide 26 - Question ouverte

Integratie
De opname van bevolkingsgroepen met een eigen cultuur in een samenleving.

Slide 27 - Diapositive

Multiculturele samenleving

Een land waarin groepen mensen met verschillende culturen wonen.

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Integratie
De opname van bevolkingsgroepen met een eigen cultuur in een samenleving.

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Makkelijke integratie

Naar Nederlandse school gaan
Bij een Nederlandse bedrijf werken 

Buiten Europa:
Inburgeringsexamen doen
Nederlandse taal en cultuur
Moeilijke integratie

Geen contact maken
Geen Nederlands spreken

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Stelling: Migranten moeten zich volledig aan de Nederlandse cultuur aanpassen.
A
Eens
B
Oneens

Slide 34 - Quiz

Stelling: Migranten mogen een deel van hun eigen cultuur en identiteit behouden.
A
Eens
B
Oneens

Slide 35 - Quiz

Integratie
De opname van bevolkingsgroepen met een eigen cultuur in een samenleving.

Slide 36 - Diapositive

Leerdoelen 1.9 controleren

Slide 37 - Diapositive

Wat betekent cultuur?

Slide 38 - Question ouverte

Waardoor kan de integratie van een bevolkingsgroep worden belemmerd?
A
Ze spreken de taal niet
B
Ze gaan naar school
C
Ze hebben een baan

Slide 39 - Quiz

Huiswerk
Opdrachten 1.9

Slide 40 - Diapositive

Wat vonden jullie van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Sondage

Wat ging er goed?

Slide 42 - Question ouverte

Wat ging er minder goed?

Slide 43 - Question ouverte