Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
HERHALING WERKWOORDEN
HERHALING WERKWOORDEN
ALLER AVOIR ÊTRE FAIRE
-ER EN -IR
1 / 52
suivant
Slide 1:
Diapositive
Frans
Basisschool
Groep 1
Cette leçon contient
52 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
40 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
HERHALING WERKWOORDEN
ALLER AVOIR ÊTRE FAIRE
-ER EN -IR
Slide 1 - Diapositive
BUT:
IK KAN REGELMATIGE WERKWOORDEN OP VERVOEGEN
Slide 2 - Diapositive
QU'EST-CE QU'ON VA FAIRE?
- réviser être avoir aller faire
er en ir werkwoorden
apprendre les verbes "re"
Slide 3 - Diapositive
ik kan regelmatige werkwoorden op er, ir en re vervoegen en zelf mee aan de slag
oui/ja
ik heb nog uitleg nodig
non/nee en ik wil klassikaal hier mee werken
Slide 4 - Sondage
zelfstandig mee aan de slag?
verbuga.eu
présent
onregelmatige werkwoorden
aller être faire avoir
choisir- danser- vendre
gelukt?
passé composé
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Sondage
regelmatige werkwoorden vervoegen
stap 1: stam zoeken
stap 2: onderwerp bepalen
stap 3: uitgang bepalen
stap 4: stam + uitgang
Slide 7 - Diapositive
regelmatige werkwoorden vervoegen
parler - praten
stap 3: uitgang bepalen
je
- e
nous
- ons
tu
- es
vous
- ez
il/elle/on
-e
ils/elles
-ent
Slide 8 - Diapositive
regelmatige werkwoorden vervoegen
parler - praten
stap 1: stam zoeken = werkwoord - er
parl
stap 2: onderwerp bepalen
je, tu, il, elle, on, nous, vous, ils, of elles
Slide 9 - Diapositive
regelmatige werkwoorden vervoegen
parler - praten
stap 4: stam + uitgang
je parl nous parl
tu parl vous parl
il parl ils parl
elle parl elles parl
Slide 10 - Diapositive
jullie praten
Slide 11 - Question ouverte
zij praten (mnl)
Slide 12 - Question ouverte
zij praat
Slide 13 - Question ouverte
jij praat
Slide 14 - Question ouverte
regelmatige werkwoorden vervoegen
finir = eindigen
stap 1: stam zoeken = werkwoord - ir
?
stap 2: onderwerp bepalen
je, tu, il, elle, on, nous, vous, ils, of elles
Slide 15 - Diapositive
regelmatige werkwoorden vervoegen
finir - eindigen
stap 3: uitgang bepalen
je
- is
nous
- issons
tu
- is
vous
- issez
il/elle/on
- it
ils/elles
- issent
Slide 16 - Diapositive
regelmatige werkwoorden vervoegen
finir - eindigen
stap 4: stam + uitgang
je fin nous fin
tu fin vous fin
il fin ils fin
elle fin elles fin
Slide 17 - Diapositive
jij eindigt
Slide 18 - Question ouverte
ik eindig
Slide 19 - Question ouverte
u eindigt
Slide 20 - Question ouverte
zij eindigen (vrl mv)
Slide 21 - Question ouverte
regelmatige werkwoorden vervoegen
3 grote groepen werkwoorden:
-er werkwoorden
-ir werkwoorden
- re werkwoorden
Slide 22 - Diapositive
werkwoorden op re
vendre (verkopen)
perdre (verliezen)
attendre (wachten)
entendre ( horen )
stam werkwoorden op -re
vend
perd
attend
entend
Slide 23 - Diapositive
uitgangen werkwoorden op re
je
tu
il
elle
on
nous
vous
ils/ elles
uitgangen werkwoorden op -re
s
s
-
-
-
ons
ez
ent
timer
5:00
Slide 24 - Diapositive
uitgang bij je
Slide 25 - Question ouverte
uitgang bij nous
Slide 26 - Question ouverte
uitgang bij vous
Slide 27 - Question ouverte
uitgang bij tu
Slide 28 - Question ouverte
uitgang bij il
Slide 29 - Question ouverte
uitgang bij ils
Slide 30 - Question ouverte
vertaal in het Frans:
zij (vrl) horen(entendre)
Slide 31 - Question ouverte
vertaal in het Frans:
zij verliest(perdre)
Slide 32 - Question ouverte
vertaal in het Frans:
jij wacht(attendre)
Slide 33 - Question ouverte
schrijf het rijtje van zijn op in het Frans
Slide 34 - Question ouverte
schrijf het rijtje van hebben op in het Frans
Slide 35 - Question ouverte
schrijf het rijtje van gaan op in het Frans
Slide 36 - Question ouverte
schrijf het rijtje van doen/maken op in het Frans
Slide 37 - Question ouverte
verbuga.eu
présent
verbes reguliers:
aimer
donner
finir
choisir
perdre
entendre
verbuga.eu
présent
verbes irreguliers:
avoir
être
aller
faire
Slide 38 - Diapositive
ik kan regelmatige werkwoorden in het Frans vervoegen en vertelen
oui
non
Slide 39 - Sondage
ik kan de verleden tijd vervoegen in het Frans
Slide 40 - Diapositive
verleden tijd
ik heb gegeten
wij hebben verloren
zij heeft gelopen
nodig voor verledentijd?
werkwoord hebben + voltooid deelwoord
Slide 41 - Diapositive
werkwoord hebben
?
J'ai
tu as
il/elle/on a
nous avons
vous avez
ils/elles ont
voltooid deelwoord
manger -> mangé
finir -> fini
perdre -> perdu
Slide 42 - Diapositive
werkwoord hebben
avoir
J'ai
tu as
il/elle/on a
nous avons
vous avez
ils/elles ont
voltooid deelwoord
manger -> mangé
mangé
mangé
mangé
mangé
mangé
mangé
Slide 43 - Diapositive
werkwoord hebben
avoir
J'ai
tu as
il/elle/on a
nous avons
vous avez
ils/elles ont
voltooid deelwoord
finir-> fini
fini
fini
fini
fini
fini
fini
Slide 44 - Diapositive
werkwoord hebben
avoir
J'ai
tu as
il/elle/on a
nous avons
vous avez
ils/elles ont
voltooid deelwoord
perdre-> perdu
perdu
perdu
perdu
perdu
perdu
perdu
Slide 45 - Diapositive
passé composé met être = zijn
ik ben gebleven
hij is gevallen
jullie zijn naar beneden gegaan
jij bent vertrokken
Slide 46 - Diapositive
passé composé met être = zijn
je suis
tu es
il est
elle est
nous sommes
vous êtes
vous êtes
ils sont
elles sont
werkwoord op -er aller = gaan
allé / allée
allé / allée
allé
allée
allés / allées
allé/allée
allés/allées
allés
allées
Slide 47 - Diapositive
passé composé met être = zijn
je suis
tu es
il est
elle est
nous sommes
vous êtes
vous êtes
ils sont
elles sont
werkwoord op -ir partir = uitgaan
parti / partie
parti / partie
parti
patie
partis / parties
parti / partie
partis / parties
partis
parties
Slide 48 - Diapositive
passé composé met être = zijn
je suis
tu es
il est
elle est
nous sommes
vous êtes
vous êtes
ils sont
elles sont
werkwoord op -re descendre = naar beneden gaan
descendu / descendue
descendu / descendue
descendu
descendue
descendus / descendues
descendu / descendue
descendus / descendues
descendus
descendues
Slide 49 - Diapositive
wanneer gebruik ik
AVOIR
en wanneer
ÊTRE
Gebruik ik in het Nederlands
HEBBEN
?
Gebruik in het Frans
AVOIR
Gebruik ik in het Nederlands
ZIJN?
Gebruik in het Frans
ÊTRE
Slide 50 - Diapositive
uitzondering
voltooid deelwoord
être - été
avoir - été
faire - fait
allemaal met avoir vervoegen
Slide 51 - Diapositive
verbuga.eu
présent et passé composé
verbes reguliers:
aimer
tomber
choisir
perdre
descendre
verbuga.eu
présent
verbes irreguliers:
avoir
être
aller
faire
Slide 52 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Werkwoorden periode 1
Septembre 2023
- Leçon avec
21 diapositives
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Frans H/V 1 Unité 3 être en avoir+ ww op -er
Janvier 2023
- Leçon avec
29 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
4H werkwoorden en tijden Unité 1
Septembre 2023
- Leçon avec
46 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3,4
Grammatica periode 1 V5
Octobre 2023
- Leçon avec
26 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
3 HA onregelmatige werkwoorden 1
Septembre 2023
- Leçon avec
38 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3,4
4v werkwoorden en tijden
Mai 2023
- Leçon avec
44 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
regelmatige ww op -er en de onregelmatige werkwoorden avoir en être in de présent, passé composé en de imparfait
Septembre 2024
- Leçon avec
31 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3,4
regelmatige ww op er in 5 tijden
Septembre 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5