Afsluitende quiz
1 / 16
La durée de la leçon est: 15 minIntroduction
Wat heb jij geleerd over het onderwerp? Test je kennis in de quiz!
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
..
.
.
Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!
Waarom noemen we de middeleeuwen de middeleeuwen?
A
In die tijd werden de mensen niet zo lang. Ze waren van gemiddelde lengte.
B
De Oudheid was de tijd van de Grieken en Romeinen. In de Renaissance waren de mensen erg onder de indruk van hun beschaving. De periode daartussen vonden ze niet zo boeiend.
C
Deze periode wordt de middeleeuwen genoemd, omdat het om een periode van meerdere eeuwen gaat.
D
Die naam is pas later bedacht, toen bleek dat er eigenlijk helemaal geen naam voor dit tijdvak bestond.
Slide 2 - Quiz
..
.
.
Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!
Wanneer begonnen de middeleeuwen?
A
In de tijd van de Grieken en Romeinen: een paar duizend jaar voor christus.
B
Toen het Romeinse Rijk uiteenviel. Rond het jaar 500.
C
In de tijd van Steden en Staten. Rond het jaar 1000.
D
Zo rond het jaar 1900. Toen werden er meerdere riddertoernooien georganiseerd.
Slide 3 - Quiz
..
.
.
Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!
Welke periode noemen we de middeleeuwen?
A
500 - 1500
B
1500 - 1600
C
1600 - 1700
D
de Gouden Eeuw
Slide 4 - Quiz
Is de uitspraak hieronder WAAR of NIET WAAR?
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
WAAR
NIET WAAR
In de tijd van de middeleeuwen trokken allerlei stammen het gebied in, zoals de Franken en de Germanen.
Slide 5 - Question de remorquage
..
.
.
Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!
Hoe veilig was het leven in de middeleeuwen?
A
Erg veilig. Mensen woonden in kastelen die hen bescherming bood.
B
Niet zo veilig. Ondanks de bescherming van de kastelen, werd er veel geroofd en geplunderd.
Slide 6 - Quiz
..
.
.
Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!
Wat wordt er bedoeld met 'horige'?
A
Boeren waren niet meer zelfstandig, maar moesten voor een rijke heer werken en hem belasting betalen.
B
Dat woord werd gebruikt voor mensen die in de middeleeuwen leefden en die zich goed aan de regels hielden. Zij leefden als 'horige'.
C
Dat is een ander woord (synoniem) voor boer. Alle boeren die in de middeleeuwen leefden waren horige.
D
Dat is een ander woord voor de Volksverhuizing die plaatsvond na de val van het Romeinse Rijk.
Slide 7 - Quiz
..
.
.
Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!
Wat was het belangrijkste doel van het hofstelsel?
A
Vooral een economische. Doordat de 'horige' belasting betaalde aan de heer, verdiende de heer veel geld.
B
Vooral een sociale. Mensen vonden het gezellig om samen bij elkaar in dezelfde stad te gaan wonen. Daardoor waren ze minder eenzaam.
Slide 8 - Quiz
..
.
.
Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!
WAAR of NIET WAAR? In de vroege middeleeuwen werkten de meeste mensen in de landbouw. Het was een agrarische samenleving.
A
WAAR. Bijna iedereen leefde in de vroege middeleeuwen van de landbouw, behalve de adel en de geestelijken.
B
NIET WAAR. Maar een klein gedeelte van de bevolking leefde in de vroege middeleeuwen van de landbouw.
Slide 9 - Quiz
..
.
.
Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!
Waarom waren boeren bereid om als horige te gaan werken en geld af te staan aan de heer?
A
Ze hadden in die tijd nog geen vaste woon of verblijfplaats en trokken rond als nomaden. Nu kregen ze een eigen huis en kregen ze iedere dag een verse maaltijd van de heer.
B
De boeren zochten met name veiligheid, omdat er in die tijd veel werd geplunderd en geroofd. Ook kregen ze van de heer een stukje landbouwgrond. Ze mochten een deel van die opbrengst houden.
C
Ze waren afhankelijk van de landbouw. Als hun oogst mislukte hadden ze niks te eten. De heer had veel verstand van landbouw en hielp de boeren bij het onderhouden van hun oogst.
D
Ze waren daar helemaal niet toe bereid, maar werden door de heer gedwongen om als slaaf te gaan werken op het land.
Slide 10 - Quiz
..
.
.
Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!
De boeren kregen het stukje landbouwgrond en de bescherming niet zomaar van de heer. Wat moesten ze in ruil hiervoor doen?
A
Een deel van de oogst afstaan aan de heer en ze moesten soms herendiensten doen: klusjes voor de heer.
B
Ze hoefden helemaal niets in ruil hiervoor te doen. De heer wilde de boeren graag beschermen, als aardige daad.
Slide 11 - Quiz
..
.
.
Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!
WAAR of NIET WAAR? Het leenstelsel werd bedacht omdat de stad door middel van dit systeem beter verdedigd kon worden.
A
WAAR. Een rijk werd opgedeeld in kleine stukjes. Die leende de koning uit aan leenheren. De leenheer beloofde om 'zijn' stukje land te verdedigen tegen vijanden en te besturen namens de koning.
B
NIET WAAR. In dit stelsel ging het er alleen maar om om zo snel mogelijk rijk te worden. De boeren moesten veel belasting betalen. Daar werd een leenheer goed rijk van!
Slide 12 - Quiz
..
.
.
Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!
Bekijk de afbeelding hiernaast.
Wat zie je hier?
Wat zie je hier?
A
Een harnas.
B
Een zwaard.
C
Een maliënkolder.
D
Kledij van een leenheer.
Slide 13 - Quiz
..
.
.
Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!
WAAR of NIET WAAR?
Nagenoeg iedereen kon in de middeleeuwen ridder worden! Leg je je antwoord uit?
Nagenoeg iedereen kon in de middeleeuwen ridder worden! Leg je je antwoord uit?
A
WAAR.
B
NIET WAAR.
Slide 14 - Quiz
..
.
.
Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!
Waarom deden ridders mee aan riddertoernooien, die best gevaarlijk waren?
1. Voor de lol en voor prijzen.
2. Voor de eer en om te oefenen.
A
Zin 1 is juist.
Zin 2 is onjuist.
B
Zin 1 is onjuist.
Zin 2 is juist.
C
Beide zinnen zijn juist.
D
Beide zinnen zijn onjuist.
