Herhaling en quiz Zenuwstelsel bas 1 en 2

Zenuwstelsel                                      
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Zenuwstelsel                                      

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Welke onderdelen horen bij:
Centrale zenuwstelsel
Zenuwstelsel
zenuwen
Hersenen
Hersenen
ruggenmerg
Ruggenmerg

Slide 3 - Question de remorquage

Slide 4 - Diapositive

Welke prikkel hoort bij het zintuig?
licht
geluid
geur
druk/tast/warmte/kou/pijn
smaak
oog
oor
huid
neus
tong

Slide 5 - Question de remorquage

Hoe komt de informatie van je zintuigen in je hersenen?
via de ....

Slide 6 - Question ouverte

Prikkels en impulsen
Een prikkel is een berichtje (uit de omgeving) dat wordt opgevangen in een zintuig.

In je zintuig wordt zo'n prikkel omgezet in een elektrisch stroompje, dat noem je een impuls

Slide 7 - Diapositive

Impulsen
Impulsen zijn elektrische stroompjes
die van een zintuig naar de hersenen
gaan.


Slide 8 - Diapositive

Impulsen
Impulsen gaan ook van de hersenen
naar een spier of een klier.
Zo kan je reageren op een waarneming.


Slide 9 - Diapositive

Een prikkel is?
A
een elektrisch stroompje
B
een berichtje uit je omgeving

Slide 10 - Quiz

Een impuls is?
A
een elektrisch stroompje
B
een berichtje uit je omgeving

Slide 11 - Quiz

Een zintuig is een orgaan dat reageert op prikkels.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Een impuls is een invloed van uit het milieu op een organisme.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Een geluid is een voorbeeld van een prikkel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Een orgaan dat reageert op bepaalde invloeden uit de omgeving door het maken van impulsen:
A
Hersenen
B
Zenuw
C
Spier
D
Zintuig

Slide 15 - Quiz

Een invloed uit de omgeving op een organisme:
A
impuls
B
prikkel
C
zenuw
D
ruggenmerg

Slide 16 - Quiz

Een soort elektrisch signaal dat door een zenuw kan worden voortgeleid:
A
impuls
B
prikkel
C
zenuw
D
hersenen

Slide 17 - Quiz

Noem 4 voorbeelden van prikkels.

Slide 18 - Question ouverte

Hoe reageren zintuigcellen als ze prikkels opvangen?
A
Je trekt je hand weg doordat het pijn doet.
B
Ze sturen de prikkels door naar je hersenen.
C
Ze maken er impulsen van.

Slide 19 - Quiz

Wanneer wordt je je bewust van een waarneming?
A
Als er een prikkel in je zintuig komt.
B
Als het impuls in de hersenen is verwerkt.

Slide 20 - Quiz

Uit welke delen bestaat het centrale zenuwstelsel?

Slide 21 - Question ouverte

Als de hersenen een impuls naar de speekselklieren sturen. Hoe reageert de speekselklier dan?

Slide 22 - Question ouverte