ABR7 15.04.2025

Welkom!
15.04.2025
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
AndersMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 180 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
15.04.2025

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Terugblik  
  • Rest 3.4
  • Start 3.5
  • KNM 

Slide 2 - Diapositive

Terugblik
  • Bespreken HW
  • KNM opdr. 7
  • TC opdr. 54, 55, 57 + 58
  • Woordspin ''jouw stad''

Slide 3 - Diapositive

3.4
  • Lees de zinnen bij opdr. 56
  • Luister en zeg na. 
  • Lees de zinnen bij opdr. 59
  • Luister en zeg na.
  • Oefen nu met je medecursist.  

Slide 4 - Diapositive

3.4
  • Maak drietallen
  • Spreek samen (opdr. 60). Oefen zowel rol A, B als C.
  • Maak samen opdr. 61
  • Bespreken
  • Klassikaal: opdr. 62

Slide 5 - Diapositive

3.4
  • Maak groepjes van 4 cursisten. 
  • Stelling: Kinderen spelen in de gangen en op de trappen
  • Cursist A: voorzitter
  • Cursist B: vindt dat kinderen daar wel mogen spelen. 
  • Cursist C: vindt dat kinderen daar niet mogen spelen/ 
  • Cursist D: twijfelt.
  • Iedereen mag iets zeggen in de vergadering. De voorzitter moet daar voor zorgen. 
  • Maak samen afspraken. De voorzitter schrijft de afspraken op.
  • Klaar? Verzin een nieuw agendapunt en wissel van rol. 

Slide 6 - Diapositive

3.4

Slide 7 - Diapositive

3.5
  • Bekijk het plaatje bij opdr. 65
  • Bekijk de vragen
  • Bespreken 

Slide 8 - Diapositive

3.5
  • Pak werkblad 3.5a
  • Lees de tekst 
  • Bekijk opdr. 67
  • Beantwoord de vragen
  • Bespreken

Slide 9 - Diapositive

3.5
  • Blauwe woorden (blz. 111) 

Slide 10 - Diapositive

3.5
  • Bekijk opdr. 68
  • Luister naar de tekst
  • Beantwoord opdr. 68 
  • Bespreken

Slide 11 - Diapositive

3.5
  • Bekijk opdr. 69
  • Luister nog een keer naar de tekst
  • Beantwoord opdr. 69
  • Bespreken

Slide 12 - Diapositive

3.5
  • Maak zelfstandig opdr. 70, 71 + 72 
  • Bespreken 

Slide 13 - Diapositive

3.5
  • Maak zelfstandig opdr. 73 + 74
  • Bespreken 

Slide 14 - Diapositive

3.5
  • Bekijk het rode blokje op blz. 113
  • Het werkwoord zullen
  • Ik zal de rommel opruimen.
  • Hij zal op tijd op school zijn.
  • Wij zullen morgen de boeken ophalen.  

Slide 15 - Diapositive

3.5
  • Met het werkwoord zullen kun je iets beloven of besluiten of je doet een voorstel. 
  • Na zullen komt een tweede werkwoord. 
  • Dit is het hele werkwoord en staat op de laatste plaats in de zin.
  • Ik zal de was opruimen. 
  • De man zal de factuur snel betalen. 
  • Zullen we morgen op bezoek komen? 

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

3.5
  • Opdr. 76 klassikaal
  • Maak opdr. 77 + 78 zelfstandig
  • Bespreken

Slide 18 - Diapositive

Maak een zin met ''zullen''

Slide 19 - Diapositive

3.5
  • Maak opdr. 79 zelfstandig
  • Klaar? Vergelijk jouw antwoord met die van je medecursist
  • Bespreken 

Slide 20 - Diapositive

3.5
  • Maak tweetallen
  • Bekijk opdr. 80
  • Lees om de beurt een zin.
  • Klaar? Draai de rollen om  

Slide 21 - Diapositive

3.5
  • Maak tweetallen
  • Bekijk opdr. 81
  • Bekijk de afbeeldingen en bekijk het voorbeeld
  • Cursist A: heeft een probleem en vraagt om hulp 
  • Cursist B: reageert en gebruikt een vorm van zullen
  • Klaar? Draai de rollen om

Slide 22 - Diapositive

3.5
  • Maak tweetallen
  • Bekijk opdr. 82 
  • Cursist A: heeft hulp nodig van de buurvrouw/buurman
  • Cursist B: is de buurvrouw/buurman. Je biedt hulp aan.
  • Klaar? Draai de rollen om 

Slide 23 - Diapositive