blaasspoelen

16 nov: Intro module + Theorie Urinewegstelsel
22 nov: Theorie Katheteriseren en blaasspoelen. Aansluitend vaardigheden
29 nov: Werken aan presentaties MS
Vaardigheden Katheteriseren
6 dec: Presentaties MS +
 oefenen vaardigheden
13 dec: Toets Urinewegenstelsel + Vaardigheden SP
20 dec: Kerstviering
14 jan: Theorie incontinentie + Peerassessment
21 jan: Voortplanting + herkansing peerassessment
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

16 nov: Intro module + Theorie Urinewegstelsel
22 nov: Theorie Katheteriseren en blaasspoelen. Aansluitend vaardigheden
29 nov: Werken aan presentaties MS
Vaardigheden Katheteriseren
6 dec: Presentaties MS +
 oefenen vaardigheden
13 dec: Toets Urinewegenstelsel + Vaardigheden SP
20 dec: Kerstviering
14 jan: Theorie incontinentie + Peerassessment
21 jan: Voortplanting + herkansing peerassessment

Slide 1 - Diapositive

Blaasspoelen

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Verschil tussen het spoelen van een katheter en blaasspoelen
Het spoelen van een katheter en blaasspoelen worden vaak in één adem genoemd. 
Katheter spoelen
Om de katheter doorgankelijk te houden en aanslag te voorkomen en/of verwijderen.
Spoelen gebeurt met een kleine hoeveelheid spoelvloeistof.


Slide 4 - Diapositive

Voorbehouden en risicovolle handeling
Het inbrengen van een katheter in de blaas is een voorbehouden handeling en het spoelen van de blaas is een risicovolle handeling. Beide handelingen moeten in opdracht van een arts gebeuren.

Slide 5 - Diapositive

Het doel van een blaasspoeling is het reinigen of behandelen van de blaas.
Blaasspoelen
Om medicatie in te brengen in de blaas of stolsels en bezinksel uit de blaas te verwijderen.
Spoelen gebeurt met een ruime hoeveelheid spoelvloeistof.
Spoelvloeistof moet een periode inwerken in de blaas. Dit kan per zorgvrager verschillen


Slide 6 - Diapositive

Indicaties voor blaasspoeling
om vlokken, gruis en/of stolsels te verwijderen
om met antibiotica ontstekingen te bestrijden (medicinale spoeling)
bij blaaskanker, om kankercellen te vernietigen of om de afweer te stimuleren (dit vindt plaats in het ziekenhuis)
Het is niet zinvol om zorgvragers met een katheter standaard te spoelen om urineweginfecties te voorkomen!



Slide 7 - Diapositive

Een blaasspoeling is niet altijd zinvol of wenselijk. Enkele contra-indicaties bij blaasspoelen zijn

overgevoeligheid voor de spoelvloeistof of het werkzame bestanddeel
beschadiging van het blaasslijmvlies
nierfunctiestoornissen
leverfunctiestoornissen
urinewegobstructies
blaasperforatie







Slide 8 - Diapositive

Voor - en nadelen
Het inbrengen van vloeistof of medicijnen direct in de blaas kan voordelen hebben. Hoge concentraties van het werkzame bestanddeel kunnen op de aangedane plek lokaal inwerken. Daarnaast zijn er minder systemische bijwerkingen. Het nadeel is dat je moet katheteriseren. Katheteriseren is een invasieve en vaak onprettige handeling die het risico op een infectie vergroot

Slide 9 - Diapositive

Open versus gesloten systeem
Er zijn twee manieren om een blaasspoeling te geven:
Open blaasspoeling. Een blaasspoelzakje of een blaasspuit wordt op de katheter aangesloten. De katheterzak wordt hierbij losgekoppeld.
Gesloten blaasspoeling. De blaasspoeling vindt plaats via de derde ingang van de blaaskatheter. De katheterzak wordt hierbij niet losgekoppeld.




Slide 10 - Diapositive

Actieve versus passieve blaasspoeling
Actieve blaasspoeling
Bij een actieve spoeling wordt de vloeistof onder druk ingebracht in de blaas. De vloeistof wordt met enige kracht in de blaas gespoten.

Slide 11 - Diapositive

Actieve versus passieve blaasspoeling
Passieve blaasspoeling
Bij een passieve blaasspoeling wordt de vloeistof aangesloten op het kathetersysteem en opgehangen aan bijvoorbeeld een infuuspaal. De vloeistof loopt onder invloed van de zwaartekracht de blaas in.

Slide 12 - Diapositive

Typen blaasspoelingen
cytostatica bij maligniteiten: epirubicine, mitomycine

immunotherapeutica bij maligniteiten: Bacillus Calmette-Guérin (BCG)
isotone vloeistof voor mechanische reiniging bij gruis, hematurie of stolsels: NaCl 0,9%
glycosaminoglycanen (GAG)-herstellende vloeistoffen voor de beschermlaag (GAG-laag) van de blaas bij interstitiële cystitis of blaaspijnsyndroom: Cystistat®, Gepan®, Uracyst®, Ialuril®

 






Slide 13 - Diapositive

Typen blaasspoelingen
antiseptische vloeistoffen voor het bestrijden van flora en biofilm in de blaas (hiermee gaan ze urineweginfecties tegen).
hypotone vloeistoffen zijn zure vloeistoffen die kristallisatie voorkomen en steenaanslag verwijderen: Solutio G, Solutio R
slijmoplossende vloeistoffen (deze bestrijden slijm- en vlokvorming): acetylcysteïne

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

problemen bij en na blaasspoelen
De spoelvloeistof loopt moeilijk in. Dit kan een gevolg zijn van een verstopte katheter.

Blaaskrampen. Vaak komt dit doordat de spoelvloeistof te koud is of te snel inloopt.
Beschadiging van de blaaswand. Dit kan optreden als de spoelvloeistof met te veel kracht wordt ingebracht of als de spoelvloeistof prikkelt.
Infectie. Als je niet steriel genoeg hebt gewerkt, kunnen ziektekiemen in de blaas worden gebracht.




Slide 16 - Diapositive

acties wanneer er problemen ontstaan
Controleer of de spoelvloeistof op kamertemperatuur is. Breng de spoelvloeistof langzamer in.
Vraag de zorgvrager te assisteren bij de handeling, zoals het zelf vasthouden van de Uro-Tainer®.
Masseer de onderbuik zacht of laat de zorgvrager dat eventueel zelf doen.
Het betrekken van een vertrouwd persoon  bij de handelingen kan in sommige gevallen ontspannend werken. 
Afleiding kan ook ontspannend werken.
Onderbreek de handeling even en ga na verloop van tijd verder.





Slide 17 - Diapositive