Comparisons

Comparisons

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Comparisons

Slide 1 - Diapositive

Wat zijn trappen van vergelijking?
Geef een voorbeeld.

Slide 2 - Carte mentale

'She is the funniest girl I know.'
Welke woorden vergelijk je bij comparisons?
A
zelfstandige naamwoorden (nouns)
B
bijvoeglijke naamwoorden (adjectives)
C
werkwoorden

Slide 3 - Quiz

Do you see the mistake in this sentence? Anyone?

Slide 4 - Diapositive

klein - kleiner - kleinst(e)
small - smaller - smallest

groot - groter - grootst(e)
big - bigger - biggest

aardig - aardiger - aardigst(e)
nice - nicer - nicest

Vergrotende en Overtreffende Trap:
1 lettergreep

Slide 5 - Diapositive

Vergrotende trap:
+ER

Vaak wordt het woord gevolgd door THAN

Frank is taller than Rob.

The boys are faster than us.


Overtreffende trap:
+EST

Vaak komt er voor het woord THE te staan

Rob is the tallest boy I know.

That is the fastest car ever.

Slide 6 - Diapositive

Wat gebeurt bij woorden
met 2 of meer lettergrepen?

Slide 7 - Carte mentale

Woorden van 2 of meer lettergrepen
krijgen GEEN -er of -est erna,
maar MORE of MOST ervoor!

I am smaller than Frank, but he is more intelligent than I am.

Jason is the sweetest baby I know, Jasmin is 
the most beautiful baby though.


Slide 8 - Diapositive

Hoeveel lettergrepen heeft het woord:
'yellow'
A
1
B
2
C
3

Slide 9 - Quiz

Hoeveel lettergrepen heeft het woord:
'blue'
A
1
B
2
C
3

Slide 10 - Quiz

Hoeveel lettergrepen heeft het woord:
'nice'
A
1
B
2
C
3

Slide 11 - Quiz

Hoeveel lettergrepen heeft het woord:
'boring'
A
1
B
2
C
3

Slide 12 - Quiz

Hoeveel lettergrepen heeft het woord:
'intelligent'
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 13 - Quiz

Hoeveel lettergrepen heeft het woord:
'popular'
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 14 - Quiz

Let op woorden die eindigen op een medeklinker + Y! 

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

My sister has a ___ room than I have.
A
big
B
bigger
C
biggest
D
more bigger

Slide 17 - Quiz

This car is ___ than my brother's car.
A
safe
B
safer
C
safest
D
most safe

Slide 18 - Quiz

It is _____ than ever to find good football players.
A
more difficult
B
difficulter
C
most difficult
D
difficultest

Slide 19 - Quiz

Freddie Mercury was the ___ singer ever .
A
great
B
greater
C
greatest
D
most great

Slide 20 - Quiz

The weather today is even ___
than yesterday.
A
badder
B
baddest
C
worse
D
worst

Slide 21 - Quiz

The English test was _________ than the French test.
A
more easy
B
more easyer
C
easyer
D
easier

Slide 22 - Quiz

My dad is the ___ dad ever!
A
good
B
goodest
C
better
D
best

Slide 23 - Quiz

Some more practice.
Go to lesson 3.2
Make: 5, 6 & 7 

Slide 24 - Diapositive