Herhaling H6
1 / 17
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
In Nederland is de rijksoverheid verantwoordelijk voor de spoorwegen. Leg uit waarom dit een verantwoordelijkheid is van het Rijk en niet van de gemeente of de provincie.
Slide 3 - Question ouverte
Wat is GEEN taak van de gemeente?
A
Riolering
B
Recreatiegebieden
C
Sportparken
D
Ouderenzorg
Slide 4 - Quiz
Gemeente
Provincie
Rijksoverheid
Natuurgebieden
Rijbewijs
Infrastructuur
Onderwijs
Politie
Ophalen huisvuil
Slide 5 - Question de remorquage
Slide 6 - Diapositive
Wat is het verschil tussen collectieve- en de particuliere sector? Leg uit.
Slide 7 - Question ouverte
Welke instellingen horen bij de collectieve sector?
autofabrieken, belastingdienst, boekhandels, landbouwbedrijven, mbo-scholen. Leg uit waarom ze erbij horen.
autofabrieken, belastingdienst, boekhandels, landbouwbedrijven, mbo-scholen. Leg uit waarom ze erbij horen.
Slide 8 - Question ouverte
Geef een voorbeeld wanneer iemand gebruikt maat van sociale zekerheid
Slide 9 - Question ouverte
Waarom is er sociale zekerheid?
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Diapositive
Is loonheffing een vorm van indirecte of directe belasting?
Slide 12 - Question ouverte
De prijs is €83,49 inclusief 21% btw.
Bereken de prijs in euro's exclusief btw.
Bereken de prijs in euro's exclusief btw.
Slide 13 - Question ouverte
Iemand doet twee uitspraken:
1. Alleen burgers horen bij de particuliere sector.
2. Met sociale premies betaald de overheid uitkeringen.
Leg voor beide uitspraken uit of ze juist of onjuist zijn en leg je antwoord uit.
1. Alleen burgers horen bij de particuliere sector.
2. Met sociale premies betaald de overheid uitkeringen.
Leg voor beide uitspraken uit of ze juist of onjuist zijn en leg je antwoord uit.
Slide 14 - Question ouverte
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Zie de afbeelding op de vorige dia.
Bereken:
a. De totale inkomsten van de overheid.
b. Heeft de overheid voldoende inkomsten om de uitgaven te betalen? Leg je antwoord uit met behulp van een berekening.
Bereken:
a. De totale inkomsten van de overheid.
b. Heeft de overheid voldoende inkomsten om de uitgaven te betalen? Leg je antwoord uit met behulp van een berekening.
