Nieuwe tegenstellingen, herhaling en omgeving

• NT2
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1,2

Welkom allemaal!

Vandaag

Herhaling

Nieuwe tegenstellingen

Werkblad werkwoorden

Omgeving

Welke woorden ken je van huis?

Maak een zin met het woord.

Het is half twee.

1. 
2. 
3. 
4. 

Hoe laat is het?

1. Het is half vier
2. Het is half drie
3. Het is twee uur
4. Het is vier uur

Vul het juiste voorzetsel in:
De boeken zitten...........de tas.

1. achter
2. op
3. in
4. uit

Vul het juiste voorzetsel in:
Piet zet de bloemen..........tafel.

1. in
2. onder
3. achter
4. op

Welk voorzetsel?
...... november komt de maand december.

1. voor
2. naar
3. na
4. naast

Welk voorzetsel?
Hij geeft een taart .... zijn moeder.

1. naar
2. aan
3. bij
4. voor

Welke twee personen horen bij elkaar?

1. broer en opa
2. opa en oma
3. zus en oma
4. oom en tante

Tegenstellingen

Wat ga ik leren?

Ik leer nieuwe tegenstellingen.

Luister goed en zeg de woorden na.

recht

krom

makkelijk

moeilijk

veel

weinig

ziek

gezond

vrolijk

verdrietig

sterk

zwak

rond

vierkant

dom

slim

lui

ijverig

modern

ouderwets

Pak je schrift en je pen.

Schrijf het woord in het Nederlands in jouw schrift. 

Schrijf het woord dan in jouw eigen taal. 

recht

krom

makkelijk

moeilijk

veel

weinig

ziek

gezond

vrolijk

verdrietig

sterk

zwak

rond

vierkant

dom

slim

lui

ijverig

modern

ouderwets

Niet slim maar ...

1. knap
2. dom
3. oud
4. open

lui en...

1. vies
2. ijverig
3. uit
4. lelijk

sterk en...

1. rond
2. oud
3. donker
4. zwak

rond en...

1. vierkant
2. piramide
3. driehoek
4. licht

ziek en...

1. groente
2. patat
3. warm
4. gezond

vrolijk en....

1. blij
2. bedroefd
3. boos
4. snel

Zeg t eens

Maak de opdrachten

Kies Zeg t eens of Lowan.

Wat heb je vandaag geleerd?

tegenstellingen