diagnostische quiz 7.1-7.4 MW Havo2 procentuele groei

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Het decimale getal 0,81 komt overeen met

1. 8,1 %
2. 81 %
3. 0,81 %
4. 8,10 %

8% schrijf je als decimaal getal zo:

1. 0,08
2. 0,8
3. 8,0
4. 0,92

Een toename van 1,5% berekenen doe je door te vermenigvuldigen met de volgende factor:

1. 1,5
2. 0,015
3. 0,985
4. 1,015

Een artikel wordt in de uitverkoop verkocht met 10% korting. De prijs is dan € 360,-. Hoeveel was de oorspronkelijke prijs?

1. € 36,-
2. € 324,-
3. € 392,-
4. € 400,-

2

1. 4^5
2. 4^6
3. 2^5
4. 2^6

6² schrijven we ook wel als 6^2.
Dat is gelijk aan

1. 26
2. 12
3. 8
4. 36

Een autogarage biedt een tweedehands auto aan met 30% korting. De aanbiedingsprijs is € 1.000,-
Wat was de oorspronkelijke prijs?

1. € 1.300,-
2. € 700,-
3. € 1.428,57
4. € 1.700,-

Een hoeveelheid H die 4% afneemt, daarvan bereken je de nieuwe hoeveelheid door:

1. H te delen door 0,04
2. H te vermenigvuldigen met 0,04
3. H te vermenigvuldigen met 0,96
4. H te vermenigvuldigen met 1,04

De volgende twee stellingen gaan over
A: De waarde van g bepaald hoe steil de grafiek loopt en of die stijgt of daalt.
B: De groeifactor vindt je door de oude hoeveelheid te delen door de nieuwe hoeveelheid.

y=b⋅g​t​​

1. A en B zijn waar
2. A is waar, B is niet waar
3. A en B zijn niet waar
4. A is niet waar, B is waar

Bij een exponentiële groei is de groeifactor 0,845 per dag.
Wat is de procentuele afname per dag?

1. 84,5%
2. 0,845%
3. 26,5%
4. 15,5%

De prijs exclusief BTW is ...

1. 100%
2. minder dan 100%
3. meer dan 100%
4. dat kun je niet weten

Marcel koopt een doos DVD's.
Hij betaalt hiervoor 22,95 euro.
De prijs is inclusief 21% btw.
We gaan de prijs exclusief btw berekenen.
Welk percentage komt er onder 22,95 te staan?

1. 21
2. 100
3. 79
4. 121