oefenen negatieve getallen

Negatieve getallen aftrekken


811
A
-19
B
3
C
-3
D
19
1 / 34
suivant
Slide 1: Quiz
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Negatieve getallen aftrekken


811
A
-19
B
3
C
-3
D
19

Slide 1 - Quiz


Negatieve getallen optellen
4+(-3)=
A
7
B
1
C
-1
D
-7

Slide 2 - Quiz


Negatieve getallen optellen
4+(-3)=
A
7
B
1
C
-1
D
-7

Slide 3 - Quiz

Negatieve getallen aftrekken
710
A
-3
B
3
C
-17
D
17

Slide 4 - Quiz


Negatieve getallen aftrekken
-42--3=
A
-39
B
-44
C
-45
D
-38

Slide 5 - Quiz


Negatieve getallen optellen
4+-3=
A
7
B
1
C
-1
D
-7

Slide 6 - Quiz

negatieve getallen aftrekken


1211
A
-1
B
1
C
-23
D
23

Slide 7 - Quiz

Negatieve getallen aftrekken


1211
A
-1
B
1
C
-23
D
23

Slide 8 - Quiz

Negatieve getallen aftrekken
7+8
A
-1
B
1
C
-15
D
15

Slide 9 - Quiz


Negatieve getallen optellen
-84+-3=
A
87
B
81
C
-81
D
-87

Slide 10 - Quiz

-5 + -6 =

Slide 11 - Question ouverte

-5 -6 =

Slide 12 - Question ouverte

-5 +6 =

Slide 13 - Question ouverte

- x + =
A
min
B
plus

Slide 14 - Quiz

+ x + =
A
min
B
plus

Slide 15 - Quiz

+ x - =
A
min
B
plus

Slide 16 - Quiz

- x - =
A
min
B
plus

Slide 17 - Quiz

Met welk ezelsbruggetje onthoud je de volgorde van berekenen?

Slide 18 - Question ouverte

- 6 x -3

Slide 19 - Question ouverte

- 6 x 3

Slide 20 - Question ouverte

6 x -3

Slide 21 - Question ouverte

6 : -3

Slide 22 - Question ouverte

- 6 : -3

Slide 23 - Question ouverte

- 6 : 3

Slide 24 - Question ouverte

9. Rekenvolgorde:
Welke opmerking is juist bij de volgende som?

4 x (5 -2) : 3
A
Je begint met de vermenigvuldiging
B
Je mag alles tegelijk doen
C
Je begint met de haakjes
D
Je begint rechts te rekenen

Slide 25 - Quiz

Reken de volgende som uit:
4 + (5 x 6) =

Slide 26 - Question ouverte

Reken de volgende som uit:
(5 + 8) x 2 =

Slide 27 - Question ouverte

Reken de volgende som uit:
60 : 3 x 2 =

Slide 28 - Question ouverte

Reken de volgende som uit:
-5 + 3 x 2 =

Slide 29 - Question ouverte

Reken de volgende som uit:
-18 + 6 : 2 =

Slide 30 - Question ouverte

Reken de volgende som uit:
20 : 4 + 6 x 2 =

Slide 31 - Question ouverte

Reken de volgende som uit:
9 + 4 x 3 =

Slide 32 - Question ouverte

Reken de volgende som uit:
8 : 4 x (7 - 2) =

Slide 33 - Question ouverte

Reken de volgende som uit:
8 : 2 - 7 =

Slide 34 - Question ouverte