6.2. Vriend en vijand in Berlijn 1945-1949 -2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

6.2 Vriend en vijand in Berlijn, 1945-1949

Wat gaan we doen

- Opgaven

Leerdoelen

Aan het eind van deze les...

• Je kunt de ideologieën van de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie uitleggen.
• Kun je 2 politieke en 2 economische redenen aspecten noemen van het Marshallplan

Verenigde Staten van Amerika

Sovjet-Unie

• democratisch
• kapitalistisch
• vrije markt economie

• Eénpartijstaat
• communistisch
• planeconomie

Potsdam, juli 1945

• Gevolgen: invloedssfeer van de SU in Oost-Europa en Oost-Berlijn
• Bezettingszones van de geallieerden in West-Duitsland en West-Berlijn

Zittend van links naar rechts:

Churchill (G-B)

Truman (VS)

Stalin (S-U)

                                                                  Bezettingzones

Duitsland

Berlijn

Invloedssferen

• Wereld verdeeld in 2 kampen
  
  
• Het Westen onder leiding van de VS
  
  
• Het Oosten, ook wel Oostblok genoemd, onder leiding van de SU

Trumandoctrine

- Containment-politiek: het indammen van het uitbreidende communisme

- Landen in de VS invloedssfeer moeten kapitalistisch worden

- Marshallhulp/plan

Marshallhulp

Politiek:

- Anti-Communistisch (onderdeel Truman-Doctrine)

- Betere samenwerking West-Europese landen, vooral DU en FR

Economisch:

- Wederopbouw

- Ontwikkeling afzetmarkt voor Amerikaanse producten

Blokkade van Berlijn (mei 1948 - juni 1949

Aanleiding: VS voeren een eenheidsmunt in in heel West-Duitsland.

Stalin laat alle toegangswegen over land naar Berlijn afsluiten

--> Blokkade van Berlijn

--> Doel: uithongeren westelijke zones in Berlijn zodat de VS, GB en FR de stad zouden opgeven

Na de blokkade

1949:

• Samensmelting 3 westelijke bezettingszones in de BRD: de Bundesrepublik Deutschland. Hoofdstad: Bonn
  
• Oprichting DDR: Deutsche Demokratische Republik. Hoofdstad: (Oost-) Berlijn

Communisme

Kapitalisme

Economisch Vijf-jaren-Plan

Gratis kinderopvang

Werkloosheidsuitkeringen

Productiemiddelen (natuur, arbeid, kapitaal) in handen van ondernemers

Centrale controle op media

Loon naar prestatie

Loon naar behoefte (= wat de arbeider nodig heeft)

Iedereen heeft werk

Maken §6.2 t/m 6