PTA Erfelijkheid en Evolutie

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Heterozygoot wil zeggen dat het genenpaar voor een eigenschap uit twee gelijke genen bestaat.
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

De P-generatie zijn de ouders in een kruising
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Door ongeslachtelijke voortplanting ontstaan voortdurend nieuwe genotypen en fenotypen.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Bloedziekte
Thalassemie is een ernstige bloedziekte. Thalassemie is het gevolg van afwijkende rode bloedcellen. De ziekte wordt veroorzaakt door een recessief gen. Iemand die heterozygoot is voor dit gen wordt een drager genoemd. Een drager heeft meestal voldoende gezonde rode bloedcellen en heeft de ziekte in een minder ernstige vorm.
 Rob is drager van thalassemie.

Slide 5 - Diapositive

Komt het gen voor thalassemie in alle gewone lichaamscellen van Rob voor? En in alle zaadcellen?
A
In alle gewone lichaamscellen en in alle zaadcellen.
B
In alle gewone lichaamscellen en in de helft van de zaadcellen
C
In de helft van de gewone lichaamscellen en in alle zaadcellen
D
In de helft van de gewone lichaamscellen en in de helft van de zaadcellen

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Uit welke twee potjes moeten de ouders komen om de opdracht zo goed mogelijk uit te voeren?
A
potje 1 en 3
B
potje 1 en 4
C
potje 2 en 5
D
potje 3 en 5

Slide 8 - Quiz

eE (lang) of ee (kort)

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Wat is het genotype van de vader?
A
rr
B
rR
C
RR
D
dat is niet te zeggen

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Is Stephanie een drager? En Henry?
A
Alleen Stephanie is een drager
B
Alleen Henry is een drager
C
Stephanie en Henry zijn beiden drager
D
Stephanie en Henry zijn geen van beiden drager

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Welk proces kan of welke processen kunnen in het lichaam van een man plaatsvinden?
A
alleen proces 1
B
alleen proces 1 en 2
C
alleen proces 1 en 3
D
alle drie de processen

Slide 15 - Quiz

Hoeveel paar chromosomen bevat een lichaamscel van een mens?
A
46
B
23
C
2
D
1

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Waar is dit is een voorbeeld van?
A
Van kunstmatige selectie
B
Van een ongunstige mutatie
C
Van natuurlijke selectie.

Slide 18 - Quiz

Je moet weten wie Darwin is...

Slide 19 - Diapositive