Lezen h4

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Welkom DTH2M!

Vandaag:

Startopdracht

Uitleg feiten, argumenten, meningen

Aan de slag

Startopdracht

Lees zin a tot en met c.

1. Met welke zin(nen) ben je het eens en met welke ben je het niet eens?

2. Met welke zin kun je het niet eens of oneens zijn? Waardoor komt dat?

a. Rode T-shirt zijn mooier dan blauwe T-shirts.

b. Lippenstift werd al gebruikt in het oude Egypte.

c. Bij jonge kinderen staan sproetjes heel schattig. 

Leerdoel

Ik kan feiten, meningen en argumenten herkennen en begrijpen.

Feit

Een feit is een uitspraak over iets wat waar of onwaar is. Je kunt een feit controleren. 

Bijvoorbeeld: Uit onderzoek blijkt dat de meeste mensen rood de mooiste kleur vinden. 

Je kunt de waarheid van deze uitspraak controleren door in de krant te kijken of op internet te zoeken. 

Mening/standpunt

Een mening of standpunt is een uitspraak over wat iemand vindt van iets of hoe iemand ergens over denkt. Met een mening of standpunt kun je het eens of oneens zijn. Je herkent een mening aan woorden als ik vind of volgens mij.

Bijvoorbeeld: Ik vind schilderijen van vroeger mooier dan moderne kunst. 

Argument

Als je uitlegt, waarom je een bepaalde mening hebt of als je een mening wilt verdedigen, gebruik je een argument. Een argument herken je aan woorden als want, omdat, namelijk en immers. 

Bijvoorbeeld: Ik vind schilderijen van vroeger mooier dan moderne kunst (mening), want op oude schilderijen zie je beter wat het voorstelt (argument).

Oefenen met 

feit, mening, argument

Aan de slag

Ga naar Nieuw Nederlands hoofdstuk 4 LEZEN.

Maak opdracht 1 en 2. 

Let op: minimaal opdracht 1 moet lukken tot en met het einde van de les.

Eerder klaar? Maak steropdracht 5. 

Tijdens het werken kan je je toets in komen zien als je behoefte daaraan hebt.

Welkom DTH2M!

Vandaag:

Cito taak 2

Herhaling feiten, argumenten, meningen

Startopdracht

Aan de slag

Feit

Mening

Argument

Ik ben jarig op 1 januari.

Geel is een mooie kleur. 

..., want het gaat niet goed met de coronapatiënten. 

Zaterdag heeft het gesneeuwd.

AZ is de beste voetbalclub.

..., omdat het onderwerp me niet aanspreekt.  

Startopdracht

Tekst 3 en 4 gaan over de verkiezing van het woord bolleboos tot mooiste woord. De hoofdredacteur van Van Dale vindt bolleboos een opmerkelijk winnaar. 

Lees tekst 3 en 4 en noteer uit elke tekst één argument voor deze mening. 

Lestaak

Leerdoel: ik kan feiten, meningen en argumenten herkennen en begrijpen.

Ga naar hoofdstuk 4 LEZEN. Maak opdracht 1, 2 en 4. 

Eerder klaar? Maak steropdracht 5 (aanrader voor havisten). 

Voor degenen die er vorige les niet waren: minimaal opdracht 1 is aan het einde van de les af.

Voor degenen die er vorige les wel waren: minimaal opdracht 1+2 zijn aan het einde van de les af.